De app heeft bovendien een rapportfunctie, een
organizerfunctie, een klantbeheerfunctie en meer
analysefuncties. Bovendien kunnen metingen en
projectgegevens ook met collega's van andere filialen worden
gedeeld, bij een aanwezige PC-installatie van MultiMeasure
Studio Professional, bijv. met de betreffende tekst- en
rapportbijlagen, voor de meest uiteenlopende
toepassingsgebieden worden omgezet naar professionele
rapporten.
Overspanningsbeveiliging en meetcategorie
In het stroomnet ontstaan continu spanningspieken, de
zogenaamde stootspanningen, die zeer klein kunnen zijn, bijv.
als een lichtschakelaar wordt bediend, maar ook groot kunnen
zijn als een netexploitant stroomleidingen omschakelt. De
hoogte van de stootspanning is afhankelijk van de locatie waar
een apparaat/machine binnen een laagspanningsnet wordt
gebruikt. Hoe dichter in de buurt de voedingsleiding is, des te
hoger is de te verwachten stootspanning. Zo moet een
stroommeter in de meterkast een hogere stootspanning kunnen
opnemen dan een WLAN-router.
Ter vereenvoudiging wordt het stroomnet ingedeeld in vier
overspanningscategorieën. Aan elke overspanningscategorie is
een nominale stootspanning toegewezen, die aangeeft voor
welke spanningspieken een apparaat moet zijn geconstrueerd:
Overspannings-
Nominale
categorie
stootspanning
CAT I
1500 V
CAT II
2500 V
CAT III
4000 V
CAT IV
6000 V
NL
Voorbeelden
Apparaten met netdeel:
Bijv.: Laptops, monitors,
telefoons
Apparaten met een
stekker:
Bijv.: Huishoudelijke
apparatuur, printers,
laboratoriumapparatuur,
telefoonsystemen
Apparaten zonder stekker:
Bijv.: Verdeelkasten,
leidingen, stopcontacten,
CNC-machines,
bouwkranen,
energieopslagsystemen
Apparaten bij een
netvoedingsaansluiting:
Bijv.: Stroommeters,
primaire
overstroombeveiligingen,
hoofdschakelaars
digitale true-RMS-multimeter BE52
In overeenstemming met de overspanningscategorieën, zijn er
meetcategorieën, die het toegestane toepassingsbereik van
meet- en testapparatuur voor elektrische bedrijfsmiddelen en
installaties in laagspanningsnetten vastleggen.
Binnen welke omgevingen of bij welke spanningen een
meetapparaat veilig kan worden gebruikt, is afhankelijk van de
constructie. Hierbij zijn hierbij bijvoorbeeld de aanraakbaarheid
van spanningvoerende onderdelen,
knikbeschermingsinrichtingen bij de meetsnoeren of de isolatie.
Afhankelijk van de constructiedetails, kan het meetapparaat in
een of meerdere overspanningscategorieën tot een bepaalde
spanning veilig meten. De meetcategorie wordt zowel op het
meetapparaat als in de bedieningshandleiding opgegeven.
De opgave van de meetcategorie gebeurt met de hoogte van de
maximale spanning, die 300, 600 of 1000 Volt kan zijn. De
opgave CAT III/1000 V betekent bijvoorbeeld dat het
meetapparaat mag worden gebruikt in huisinstallaties met
laagspanning met spanningen tot 1000 Volt.
Vaak worden meerdere waarden op het apparaat aangegeven,
bijv. CAT III/ 1000 V en CAT IV/600 V. Is geen meetcategorie
opgegeven, geldt het meetapparaat alleen voor de
meetcategorie CAT I als veilig.
Dit meetapparaat is geschikt voor categorie CAT III (600 V).
5