Doorgang testen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Schakel de stroom van het stroomcircuit uit en ontlaad
alle condensatoren voordat u weerstanden, continuïteit
(doorgang) of dioden meet.
1. De draaischakelaar naar de stand Ω/
draaien en selecteer met de toets MODE (15) de
doorgangstest (weergave ).
2. De stekker van de rode meetpen in de
meetaansluitbus VΩ (5) en van de zwarte meetpen in de
meetaansluitbus COM (6) steken.
3. Verbind de meetsnoeren met het te testen stroomcircuit.
ð Bij gesloten stroomcircuit en een weerstand lager dan
50 Ω klinkt een akoestisch signaal.
ð Bij een open stroomcircuit wordt OL weergegeven op
het display.
Diode testen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Schakel de stroom van het stroomcircuit uit en ontlaad
alle condensatoren voordat u weerstanden, continuïteit
(doorgang) of dioden meet.
1. De draaischakelaar naar de stand Ω/
draaien en selecteer met toets MODE (15) de diodetest
(weergave
en V).
2. De stekker van de rode meetpen in de
meetaansluitbus VΩ (5) en van de zwarte meetpen in de
meetaansluitbus COM (6) steken.
3. Verbind de meetpennen met de diode. Verschijnt er een
OL-indicatie (meetbereikoverschrijding), de aansluiting van
de meetpennen op de diode omwisselen.
ð De volgende typische weergaven kunnen bijvoorbeeld
verschijnen:
- 0,400 tot 0,700 V: Diode OK
- Weergave in de buurt van 0 V: Schakelcircuit
kortgesloten
- OL: open schakelcircuit (in beide poolrichtingen)
Voorbeeld:
12
Capaciteit meten
Vóór elke capaciteitsmeting de volgende aanwijzingen opvolgen:
• Ontlaad elke condensator voor de meting! In de
condensator opgeslagen restspanning kan het
meetapparaat vernielen!
• Verbind de meetingangen nooit met een spanningsbron.
/CAP (20)
Dit vernielt het meetapparaat.
• Meet vóór een capaciteitsmeting voor de zekerheid of nog
een restlading aanwezig is in de condensator (VDC-bereik
gebruiken).
1. De draaischakelaar naar de stand Ω/
schakelen en met de toets MODE (15) de capaciteitsmeting
(weergave nF) selecteren.
2. De stekker van de rode meetpen in de
meetaansluitbus VΩ (5) en van de zwarte meetpen in de
meetaansluitbus COM (6) steken.
3. De te testen condensator aansluiten op de meetpennen.
Elektrolytische condensatoren moeten in de correcte pool-
richting worden aangesloten (rood op plus, zwart op min).
Omdat de laadprocedure van de condensator een bepaalde
tijd duurt, wordt de weergave maximaal 3 minuten
vertraagd. Dit is geen fout, maar systeem gerelateerd. Wacht
/CAP (20)
een stabiele weergave af voordat u de meetwaarde afleest.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
Opmerking:
Is de condensator defect, wordt nul weergegeven.
Houd er rekening mee dat elektrolytische condensatoren binnen
hun tolerantiebereik aanzienlijke spreidingen kunnen vertonen.
Restspanningen in de condensator of beschadigde isolatielagen/
diëlektricum kunnen aanzienlijke vervalsingen van de resultaten
veroorzaken.
Frequentie/schakelverhouding meten
1. De draaischakelaar naar de stand
selecteer met de toets MODE (15) de gewenste
meetmodus (voor frequentie: Weergave Hz, voor
schakelverhouding: Weergave %) selecteren.
2. De stekker van de rode meetpen in de
meetaansluitbus VΩ (5) en van de zwarte meetpen in de
meetaansluitbus COM (6) steken.
3. Verbind de meetpennen met het meetobject.
ð Afhankelijk van de keuze met de toets MODE (15) wordt
Weergave van maximale/minimale waarde
Het apparaat heeft een weergave voor de maximale en
minimale waarde.
U kunt de opgeslagen maximale waarde oproepen, door het
indrukken van de toets MAX/MIN/R (16).
Wordt de toets MAX/MIN/R opnieuw ingedrukt, toont het
apparaat de opgeslagen minimale waarde.
Druk één seconde op de toets MAX/MIN/R (16), voor het
verlaten van de maximale/minimale waarde.
digitale true-RMS-multimeter BE52
de frequentie of de schakelverhouding weergegeven.
/CAP (20)
(18) draaien en
Hz%
NL