PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Controleren van de bougie
De bougie is een belangrijk motoron-
derdeel dat gemakkelijk te controle-
ren is. Door hitte en aanslag slijten
bougies op de lange duur. Daarom
moeten bougies worden verwijderd
en gecontroleerd volgens het perio-
dieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de
bougie de conditie van de motor wor-
den afgelezen.
De bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.
2. Verwijder de bougie zoals weer-
6
gegeven met behulp van de bou-
giesleutel uit de boordgereeds-
chapsset.
Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen iso-
lator rondom de centrale elektro-
de van de bougie een middel-
donkere tot lichte kleur vertoont
(de ideale kleur bij normaal
gebruik van de machine).
OPMERKING:
De motor is misschien defect als de
bougie een duidelijk andere kleur
DAU19602
heeft. Probeer dergelijke problemen
niet zelf vast te stellen. Laat in plaats
daarvan uw motorfiets nakijken door
een Yamaha dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting
van de elektroden en op overma-
tige koolstof- of andere aanslag.
Vervang indien nodig de bougie.
Voorgeschreven bougie:
BR8HS/NGK
De bougie monteren
1. Afstand tussen de elektroden
1. Meet de elektrodenafstand met
een draadvoelmaat. Stel de afs-
tand indien nodig af volgens de
specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bou-
3. Breng de bougie aan met behulp
OPMERKING:
Als geen momentsleutel beschikbaar
is, wordt de bougie correct vastgezet
door handvast te zetten en dan nog
1/4~1/2 slag verder te draaien. De
bougie moet echter zo snel mogelijk
naar het juiste aanhaalmoment wor-
den aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
6-5
Elektrodenafstand:
0,6 ~ 0,7 mm (0,24 ~ 0,27in)
giepakking en het pasvlak en ver-
wijder eventueel vuil uit de schro-
efdraad van de bougie.
van de bougiesleutel en zet vast
met het correcte aanhaalmo-
ment.
Aanhaalmoment:
Bougie:
20 Nm (2,0 m•kgf, 14,6 ft•lbf)