13 | Displaycodes
Displaycode Soort code Betekenis
Ventilator draait niet tijdens de opstartfase (0C). ▶ Controleer de werking ClickOn sensor indien aanwezig.
3
3 L
2 1 4
3
3 P
2 1 6
Het ventilatortoerental is te laag.
3
3 Y
2 1 5
Het ventilatortoerental is te hoog.
4 A
2 1 8
3
De aanvoertemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
4 A
3 3 2
3
De aanvoertemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 110 °C.
4 E
2 7 8
2
De sensortest is mislukt.
4 F
2 1 9
2
De safetytemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
4 L
2 2 0
2
De contacten van de safetytemperatuursensor zijn
kortgesloten of de safetytemperatuursensor heeft
een temperatuur gemeten die hoger is dan 130 °C.
4 P
2 2 1
2
De contacten van de safetytemperatuursensor zijn
onderbroken.
2
4 U
2 2 2
De contacten van de aanvoertemperatuursensor
zijn kortgesloten.
4 Y
2 2 3
2
De contacten van de aanvoertemperatuursensor
zijn onderbroken.
5 C
2 2 6
–
Service Tool is aangesloten geweest.
5 F
–
Service Tool: servicetest duurt te lang.
5 H
2 6 8
–
Service Tool: componententestfase.
5 Y
–
Service Tool: servicetest duurt te lang of een
cv-toestelparameter is gewijzigd.
6 A
2 2 7
2 + 3
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na het
ontsteken van de brander.
3
6 C
2 2 8
Er is een ionisatiestroom gemeten voordat de
brander is gestart.
6 C
3 0 6
3
Er is een ionisatiestroom gemeten, nadat de bran-
der is gedoofd.
6 L
2 2 9
2 + 3
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tij-
dens het branden.
6 P
2 6 9
3
De ontstekingsunit is te lang aangestuurd.
3
7 C
2 3 1
De netspanning is tijdens een vergrendelende sto-
ring onderbroken geweest.
7 H
3 2 8
2
Er is een kortstondige onderbreking van de net-
spanning geweest.
7 L
2 6 1
3
De branderautomaat is defect.
7 L
2 8 0
3
De branderautomaat is defect.
8 Y
2 3 2
–
Het externe schakelcontact is geopend.
3
9 A
2 3 5
De KIM is te nieuw voor de branderautomaat.
Tabel 14 Displaycodes
40
Oplossing
▶ Controleer de bekabeling en werking van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectoren van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de bekabeling en werking van de ventilator.
▶ Controleer de connectoren van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de sensoren.
▶ Controleer de werking van de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de sensor te vervangen.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Controleer het cv-toestel op vervuiling.
▶ Controleer de dynamische gasvoordruk.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer de connectors van de ontstekingsunit.
▶ Controleer de ontsteking en de ionisatiestroom.
▶ Controleer of de ontstekingsunit op beschadiging.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de connector van de ionistatiepen.
▶ Controleer of de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Inspecteer het ionisatiegedeelte van de ontstekingsunit.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer of er na einde branderfase de gas-luchtverhouding gehandhaafd blijft.
▶ Controleer of er na einde branderfase spanning op het gasregelblok blijft staan.
▶ Controleer de werking van het toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de dynamische gasvoordruk.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de ionisatiepen.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de connectoren en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Controleer of de storing het gevolg kan zijn geweest door de aanwezigheid van een
aggregaat, windmolen of andere apparatuur die een onderbreking kan veroorza-
ken.
▶ Controleer de elektrische installatie.
▶ Controleer de connectoren en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de draadbrug op de aansluiting van het externe schakelcontact.
▶ Controleer het externe schakelcontact.
▶ Vervang de branderautomaat door een met de meest recente software.
Op de barcode van de branderautomaat staat de softwareversie vermeld.
Nefit TopLine HR II, AquaPower HRC II, AquaPower Plus HRC II • 6720801234 (2019/07)