Displaycode Soort code Betekenis
2
0 Y
2 7 6
De aanvoertemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 95 °C.
0 Y
2 7 7
2
De safetytemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 95 °C.
0 Y
2 8 5
2
De retourtemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 95 °C.
1 C
2 1 0
3
De rookgassensor heeft een te hoge temperatuur
gemeten en staat geopend.
2
2 E
2 0 7
De cv-waterdruk is te laag, lager dan 0,2 bar.
2
2 F
2 6 0
De aanvoertemperatuursensor meet geen tempe-
ratuurstijging na een branderstart.
2 F
2 7 1
2
Het gemeten temperatuursverschil tussen de aan-
voer- en safetytemperatuursensor is te groot.
2 F
3 3 8
3
Starttest te vaak afgebroken.
2
2 L
3 2 9
De druksensor meet geen waterstroming.
2
2 P
2 1 2
De gemeten temperatuur door de aanvoertempe-
ratuursensor of de safetytemperatuursensor,
stijgt te snel.
2 U
2 1 3
2
De gemeten temperatuur tussen de aanvoer- en
de retourtemperatuursensor is te groot.
2 Y
2 8 1
–
De pomp zit vast of draait in lucht.
2 Y
2 8 2
2 + 3
Het stuursignaal van de pomp ontbreekt.
3 A
2 6 4
2
Het stuursignaal of de spanning van de ventilator
is tijdens bedrijf weggevallen.
3
3 C
2 1 7
Het ventilatortoerental is onregelmatig tijdens het
opstarten.
2
3 F
2 7 3
Het cv-toestel is maximaal 2 minuten uitgescha-
keld geweest, omdat het cv-toestel gedurende
24 uur continu in bedrijf is geweest. Dit is een vei-
ligheidscontrole.
Tabel 14 Displaycodes
Nefit TopLine HR II, AquaPower HRC II, AquaPower Plus HRC II • 6720801234 (2017/03)
Oplossing
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertemperatuur-
sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de safetytemperatuursen-
sor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de retourtemperatuursen-
sor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en werking van de rookgassensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
▶ Controleer het cv-toestel op vervuiling.
▶ Voer zo nodig onderhoud uit.
▶ Vul de cv-installatie bij tot 1,5 bar.
▶ Controleer het expansievat. Controleer de cv-installatie op lekkage.
▶ Controleer de bekabeling en de werking de druksensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertemperatuur-
sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de betreffende sensoren.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de druksensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de betreffende sensoren.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de betreffende sensoren.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van de ventilator.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectoren van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectoren van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
Displaycodes | 13
39