2 | Toestelgegevens
NO
-emissie aardgas G25.3: vollast
x
volgens EN15502 (gemiddeld)
NO
-klasse [NOx Class]
x
O
-emissie, in cv-bedrijf aardgas G20/G25.3: vollast
2
Rookgasdebiet bij nominaal cv-vermogen: min. - max.
Rookgastemperatuur bij 80/60 °C, laaglast - vollast
Rookgastemperatuur bij 50/30 °C, laaglast - vollast
Afmetingen en gewicht
Hoogte
Breedte
Diepte
Installatiegewicht
Tabel 3 Technische gegevens combi-toestellen
De informatie die is aangegeven tussen blokhaken komt
overeen met de informatie op de typeplaat.
2.18
Restopvoerhoogte
Het cv-toestel is voorzien van een toerengeregelde energiezuinige
pomp. Door deze pomp wordt energie bespaard en kan bovendien het
geluid van de cv-installatie worden verminderd.
Het toerental van de pomp kan, via het bedieningspaneel, op 2 manieren
worden geregeld:
• op basis van het brandervermogen van het cv-toestel
• op basis van drukverschil over de cv-installatie.
Bij het regelen op basis van het brandervermogen worden de voordelen
van de modulerende pomp optimaal benut. Deze instelling wordt toege-
past bij ruimteregeling. Kies de regeling op basis van het drukverschil
over de cv-installatie, wanneer stroming in de cv-installatie niet altijd
mogelijk is.
Instelling op basis van brandervermogen
Bij een cv-installatie zonder automatische regelorganen verandert het
drukverschil over de cv-installatie niet. Deze regelmethode zorgt er voor
dat als het brandervermogen van het cv-toestel terug moduleert, het
toerental van de pomp afneemt.
Instelling op basis van drukverschil
Bij deze instelling wordt het toerental van de pomp automatisch ver-
laagd als het drukverschil (Δp) over de installatie te groot wordt. Een te
groot drukverschil ontstaat door dichtlopende regelorganen, zoals ther-
mostaatkranen. De regeling meet de toename van het drukverschil over
de cv-installatie en past het toerental van de pomp hierop aan. Zo wor-
den problemen met stromingsgeluid voorkomen en energie bespaard.
Op het bedieningspaneel ( § 9.6, instelmenu) kan worden gekozen uit
4 verschillende drukconstanten. Deze worden aangegeven met de lijnen
1 tot en met 4 in de grafieken van afb. 10 t/m 12. Kies de drukconstante
zo hoog mogelijk, waarbij het stromingsgeluid nog acceptabel is. Stro-
mingsgeluid is afhankelijk van het drukverschil in de cv-installatie en de
snelheid waarmee de regelorganen dichtlopen.
Legenda bij afb. 10 t/m 12:
1 ... 4 = drukconstante
A = maximale modulatie
B = minimale modulatie
kg/h = volumestroom (flow)
mbar = restopvoerhoogte
14
Eenheid HRC 25 CW4 II HRC 25 CW5 II
HRC 25 CW6 II
mg/kWh
40
%
5,1
g/s
2,5 – 12,5
2,5 – 12,5
°C
56 – 67
°C
42 – 47
mm
mm
780
780 / 920
mm
kg
69
400
300
200
100
0
0
200
400
Afb. 10 Restopvoerhoogte bij 25 kW-toestellen
[1]
150 mbar
[2]
200 mbar
[3]
250 mbar
[4]
300 mbar
400
300
200
100
0
0
200
400
Afb. 11 Restopvoerhoogte bij 30 kW-toestellen
[1]
150 mbar
[2]
200 mbar
[3]
250 mbar
[4]
300 mbar
700
600
500
400
300
200
100
0
0
200
400
Afb. 12 Restopvoerhoogte bij 45 kW-toestellen
[1]
100 mbar
[2]
200 mbar
[3]
300 mbar
[4]
400 mbar
Nefit TopLine HR II, AquaPower HRC II, AquaPower Plus HRC II • 6720801234 (2017/03)
HRC 30 CW5 II
HRC 45 CW6 II
HRC 30 CW6 II
40
40
5
5,1
4,7
2,8 – 15,3
56 – 67
56 – 67
42 – 47
41 – 50
797 (695 excl. adapter)
780 / 920
465
69 / 70
69 / 70
A
B
600
800
1000
1200
kg/h
A
B
600
800
1000
1200
kg/h
A
B
600
800
1000 1200 1400 1600 1800 2000
kg/h
49
4,2
4,5 – 20,0
58 – 74
36 – 51
780
72
1400
1600
6720801234-021.1
6720801234-021.1
1400
1600
6720801234-022.2
6720801234-022.2
6720801234-023.2
6720801234-023.2