Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronica van de wasmachine
aanpassen aan uw wasgoed en de
manier waarop u dit wilt wassen. U
kunt de ingestelde varianten ieder mo-
ment wijzigen.
Systeem extra water
Met deze programmeerfunctie kunt u
één van de 3 varianten voor de toets
Extra water instellen.
Instelling 1:
(Fabrieksinstelling)
Een hogere waterstand (Extra water) bij
het wassen en spoelen.
Instelling 2:
Er vindt een extra spoelgang plaats.
Instelling 3:
De waterstand bij het wassen en spoe-
len is hoger en er wordt een extra
spoelgang uitgevoerd.
Het programmeren en opslaan ge-
beurt in de stappen tot :
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de pro-
grammakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeu-
zeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het bedie-
ningspaneel te zien is.
Voorwaarde:
- De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
- De wasmachine moet gesloten zijn.
58
- De programmakeuzeschakelaar moet
op Einde staan.
Druk op de Start-toets en houd de
Start-toets vast tijdens de stap-
pen en .
Schakel de wasmachine in met de
toets .
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden ...
... en laat de Start-toets daarna los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op stand Overhemden:
Het controlelampje Inweken/Voorwas-
sen knippert 2 keer kort om de twee se-
conden, omdat instelling 1 in de fabriek
is ingesteld.
Door op de Start – toets te drukken,
kunt u van instelling veranderen.
Het controlelampje Inweken/Voorwas-
sen:
- knippert 2x = instelling 1
- knippert 3x = instelling 2
- knippert 4x = instelling 3
Schakel de wasautomaat met de
toets uit.
De toets Extra water is nu gekoppeld
aan de gekozen instelling. Deze instel-
ling blijft opgeslagen, totdat u een an-
dere instelling programmeert.