UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————
Hoofdschakelaar (ook
voor naailampje)
Met deze schakelaar zet u de machine en het
naailampje aan of uit.
1
2
1 Inschakelen (naar de 'I')
2 Uitschakelen (naar de 'O')
Voetpedaal
Wanneer u het voetpedaal licht intrapt, naait de
machine op lage snelheid. Wanneer u het
voetpedaal dieper intrapt, naait de machine sneller.
Wanneer u uw voet van het voetpedaal neemt, stopt
de machine. Plaats niets op het voetpedaal wanneer
het apparaat niet in gebruik is.
1 Voetpedaal
VOORZICHTIG
●
Zorg dat zich geen materiaal of stof
ophoopt op het voetpedaal. Dit kan
leiden tot brand of een elektrische schok.
8
1
Naald controleren
De naainaald moet altijd recht en scherp zijn om
soepel te kunnen naaien.
■ Naald controleren
Plaats de vlakke kant van de naald op een plat
oppervlak. Controleer de naald van boven en vanaf
de zijkant. Gooi verbogen naalden veilig weg.
1 Parallel
2 Plat oppervlak (spoelhuisdeksel, glas, enzovoort)
Naald vervangen
VOORZICHTIG
●
Zet de hoofdschakelaar uit voordat u de
naald verwisselt. Wanneer u de
hoofdschakelaar aan laat en het
voetpedaal intrapt, start de machine en
kunt u letsel oplopen.
●
Gebruik uitsluitend naalden voor
huishoudnaaimachines. Andere naalden
verbuigen of breken mogelijk, waardoor
u letsel kunt oplopen.
●
Naai nooit met een verbogen naald. Een
verbogen naald breekt gemakkelijk en
hierdoor kunt u letsel oplopen.
1
Haal de hoofdstekker uit het
wandstopcontact.
2
Zet de naald in de hoogste stand door het
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok
in), zodat de markering op het wiel omhoog
staat.
1
2