De cursor bevindt zich bij de eerste drie getallen van het subnetmasker.
16. Voer de waarde in van het subnetmasker via het numerieke toetsenbord.
17. Druk op de
toets.
De volgende drie getallen worden gemarkeerd.
18. Herhaal stappen 16 tot 17 voor het instellen van het subnetmasker en druk dan op de
19. Druk op de
geselecteerd.
20. Selecteer Gateway Address (Gateway-adres), en druk op de
De cursor bevindt zich bij de eerste drie getallen van het gateway-adres.
21. Voer de waarde in van het gatewayadres via het numerieke toetsenbord.
22. Druk op de
toets.
De volgende drie getallen worden gemarkeerd.
23. Herhaal stappen 21 tot 22 voor het instellen van het gatewayadres en druk dan op de
24. Zet de printer uit en weer aan.
Zie ook:
"Bedieningspaneel" op pagina 27
De Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen)
De volgende procedure gebruikt Windows XP als een voorbeeld.
Opmerking:
Indien u IPv6 mode gebruikt voor afdrukken via het netwerk, dan kunt u het Hulpprogramma
Printerinstellingen niet gebruiken voor het toewijzen van een IP-adres.
1. Klik op start — All Programs (Alle programma's) — EPSON — your printer (uw printer)—
Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen).
(Vorige)-toets en zorg ervoor dat Subnet Mask (Subnetmasker) is
Epson AcuLaser MX14 Series
toets.
Printeraansluiting en software-installatie
Gebruikershandleiding
toets.
toets.
47