Menu 5.3.3 - extra klimaatsysteem
gebruik in verwarmingsstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: op
gebruik in koelstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
In menu 5.3.3 kunt u kiezen welk klimaatsysteem (2 - 8)
u wilt instellen. In het volgende menu stelt u het geselec-
teerde klimaatsysteem in.
Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgif-
tesystemen, kan daarin condensatie optreden als zij niet
bedoeld zijn voor koeling.
Controleer, om condensatie te voorkomen, of "gebruik
in verwarmingsstand" is aangevinkt voor de afgiftesyste-
men die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekent dat
de subshunts voor de extra afgiftesystemen sluiten als
de koeling geactiveerd is.
LET OP!
Deze insteloptie wordt alleen weergegeven als
"pass/act koeling 2-leiding" of "passieve koeling
2-leiding" is geactiveerd in menu 5.2.
De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschil-
lende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen worden ook
hier ingesteld.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
NIBE F1355
Menu 5.3.4 - zonneverwarming
delta-T starten
Instelbereik: 1 - 40 °C
Standaardwaarde: 8 °C
delta-T stoppen
Instelbereik: 0 - 40 °C
Standaardwaarde: 4 °C
max. tanktemperatuur
Instelbereik: 5 - 110 °C
Standaardwaarde: 95 °C
max. zonnecollectortemp.
Instelbereik: 80 - 200 °C
Standaardwaarde: 125 °C
antivriestemperatuur
Instelbereik: -20 - +20 °C
Standaardwaarde: 2 °C
koeling zonnecollector start
Instelbereik: 80 - 200 °C
Standaardwaarde: 110 °C
delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u het tem-
peratuurverschil tussen zonnepaneel en zonnetank in-
stellen, waarbij de circulatiepomp moet starten en
stoppen.
max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.:
Hier kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler
c.q. zonnepaneel instellen waarbij de circulatiepomp
moet stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te
hoge temperaturen in de zonneboiler.
Als de unit een antivriesfunctie heeft en/of zonnepaneel-
koeling kunt u die hier activeren. Als de functie geacti-
veerd is, kunt u daar instellingen voor invoeren.
antivriesbescherming
antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperaturen in
de zonnetank instellen, waarbij de circulatiepomp moet
starten om bevriezing te voorkomen.
zonnepaneelkoeling
koeling zonnecollector start: Als de temperatuur in het
zonnepaneel hoger is dan deze instelling op hetzelfde
moment dat de temperatuur in de zonnetank hoger is
dan de ingestelde maximumtemperatuur, wordt de ex-
tere functie voor koeling geactiveerd.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
37