TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling
invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft
om zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de helling van de curve
met één stap.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur
te hoog is, verlaagt u de helling van de curve
met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de verschuiving van de
curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de
curve met één stap.
Menu 1.9.2 - externe instelling
afgiftesysteem
Instelbereik: -10 tot +10 of gewenste kamertempera-
tuur indien er een ruimtevoeler is geïnstalleerd.
Standaardwaarde: 0
Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een
kamerthermostaat of een timer, kan de kamertempera-
tuur tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd.
Als het contact is aangesloten, wordt de verschuiving
van de verwarmingscurve gewijzigd met het aantal
stappen dat in het menu is geselecteerd. Als er een
ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, is de ge-
wenste kamertemperatuur (°C) ingesteld.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
Menu 1.9.3 - min. aanvoer temp.
verwarming
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 20 °C
koeling (accessoire vereist)
Afhankelijk van het gebruikte accessoire kan het in-
stelbereik variëren.
Fabrieksinstelling: 18 °C
In menu 1.9.3 kiest u verwarmen of koelen, in het volgen-
de menu (min. aanvoertemp. verwarmen/koelen) stelt
u de minimumtemperatuur in voor de aanvoertempera-
tuur naar het klimaatsysteem. Dit betekent dat de F1355
nooit een lagere temperatuur berekent dan de hier inge-
stelde temperatuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
NIBE F1355
TIP
De waarde kan worden verhoogd als u, bijvoor-
beeld, een kelder hebt die u altijd wilt verwar-
men, zelfs in de zomer.
U moet mogelijk ook de waarde in "stop verwar-
ming" menu 4.9.2 "instelling modus auto" ver-
hogen.
Menu 1.9.4 - instellingen ruimtesensor
factor systeem
verwarming
Instelbereik: 0,0 - 6,0
Fabrieksinstelling verwarming: 1,0
koeling (benodigde accessoire)
Instelbereik: 0,0 - 6,0
Fabrieksinstelling koeling: 1,0
Ruimtevoelers voor het regelen van de kamertempera-
tuur kunnen hier worden geactiveerd.
LET OP!
Een verwarmingssysteem met een langzame
warmteafgifte, zoals bijvoorbeeld een vloerver-
warming, is mogelijk niet geschikt voor regeling
met behulp van de ruimtesensor van de warm-
tepomp.
Hier kunt u een factor instellen (een numerieke waarde),
die bepaalt in welke mate een over- of subnormale
temperatuur (het verschil tussen de gewenste en de
huidige kamertemperatuur) in de ruimte van invloed is
op de aanvoertemperatuur naar het afgiftesysteem. Een
hogere waarde levert een grotere en snellere verande-
ring van de stooklijnverschuiving op.
Voorzichtig!
Een te hoog ingestelde waarde voor "factorsys-
teem" kan (afhankelijk van uw afgiftesysteem)
resulteren in een instabiele kamertemperatuur.
Indien er meerdere afgiftesystemen geïnstalleerd zijn,
kunnen de bovengenoemde instellingen worden verricht
voor de betreffende systemen.
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
15