Menu 5.1.10 - bedr.modus circulatiepomp
bedrijfsstand
Instelbereik: auto, intermitterend
Standaardwaarde: intermitterend
Stel hier de bedrijfsstand van de bronpompen voor deze
warmtepomp in.
auto: De circulatiepompen verwarmingssysteem draaien
volgens de huidige bedrijfsstand van de F1355.
intermitterend: De circulatiepompen afgiftesysteem
starten 20 seconden vóór en stoppen tegelijk met de
compressor.
Menu 5.1.11 - pompsnelheid CV-systeem
Bedrijfsstatus
Instelbereik: auto / handmatig
Standaardwaarde: auto
Handmatige instelling, warmtapwater
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
Handmatige instelling, verwarming
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
Handmatige instelling, zwembad
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
snelheid wachtmodus
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 30 %
max. toegest. snelheid
Instelbereik: 50 - 100 %
Standaardwaarde: 100 %
snelheid actief koelen (accessoire vereist)
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
snelheid pass. koelen (accessoire vereist)
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
Stel de snelheid in waarop de circulatiepompen moeten
draaien in de huidige bedrijfsstand voor deze warmte-
pomp. Selecteer "auto" als de snelheid van de circulatie-
pomp verwarmingssysteem automatisch geregeld moet
worden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking.
NIBE F1355
Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming, kunt u
ook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid"
die de circulatiepompen verwarmingssysteem begrenst
en niet laat draaien op een hogere snelheid dan de inge-
stelde waarde.
Voor handmatige regeling van de circulatiepompen af-
giftesysteem deactiveert u "auto" voor de huidige be-
drijfsstand en stelt u vervolgens de waarde in tussen 0
en 100% (de eerder ingestelde waarde voor "max. toe-
gest. snelheid" geldt niet meer).
"verwarming" houdt in dat de circulatiepompen verwar-
mingssysteem in de verwarmingsstand staan.
"snelheid wachtmodus" houdt in dat de circulatiepom-
pen van het verwarmingssysteem de snelheid verlagen,
omdat de warmtepomp in de verwarmings- of koelings-
stand staat, maar geen compressor of elektrische bijver-
warming nodig heeft.
"warmtapwater" houdt in dat de circulatiepompen
verwarmingssysteem in de warmtapwaterstand staan.
"zwembad" houdt in dat de circulatiepompen verwar-
mingssysteem in de zwembadverwarmingsstand staan.
"cooling" houdt in dat de circulatiepompen verwarmings-
systeem in de koelstand staan.
Als er koelaccessoires aanwezig zijn of als de warmte-
pomp een ingebouwde koelfunctie heeft, kunt u ook de
snelheid van de circulatiepomp van het verwarmingssys-
teem tijdens respectievelijk actieve en passieve koeling
instellen (de circulatiepomp van het verwarmingssysteem
draait dan in handmatige regeling).
Menu 5.1.12 - bijverw.
Hier kunt u instellingen verrichten voor aangesloten bij-
verwarming (bijverwarming met stapregeling of shunt-
regeling).
Selecteer of er een bijverwarming met stapregeling of
shuntregeling is aangesloten. Vervolgens kunt u instel-
lingen verrichten voor de verschillende alternatieven.
bijv.type: stapgeregeld
max. stap
Instelbereik (binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3
Instelbereik (binaire stappen geactiveerd): 0 – 7
Standaardwaarde: 3
zekeringgrootte
Instelbereik: 1 - 400 A
Fabrieksinstelling: 16 A
Selecteer deze optie als de stapgeregelde bijverwarming
is aangesloten en vóór of na de wisselklep voor warm-
tapwaterproductie zit (QN10). Een stapgeregelde bijver-
warming is bijv. een externe elektrische ketel.
Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben de
instellingen betrekking op lineaire stappen.
U kunt hier instellen wat het maximale aantal toegestane
stappen voor de bijverwarming is, als er een interne bij-
verwarming in de tank zit (alleen beschikbaar als de bij-
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
33