Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Paradigma SystaComfort II Installatie- En Inbedrijfstellingshandleiding pagina 60

Verberg thumbnails Zie ook voor SystaComfort II:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfnemen
Toegangscode invoeren
Naloop pompen PK / LP
Maximale buffertemperatuur
Minimale buffertemperatuur
60
Toegangscode invoeren
Om het serviceniveau vrij te geven, moet u de toegangscode 12 invoeren.
De onderstaande weergaven verschijnen alleen als u het serviceniveau vrijgegeven
hebt.
Nalooptijd van de ketelpomp en de bufferlaadpomp instellen
Afhankelijk van het systeemtype kunt u de nalooptijd instellen voor de volgende
pompen:
ketelpomp PK
bufferlaadpomp LP
Maximale buffertemperatuur instellen
De weergave verschijnt alleen bij installaties met buffervat of combivat en bij
installaties met eentraps olie- of gasketels.
Installaties met vat: u kunt de temperatuur instellen die de bovengrens vormt voor
de gewenste waarde van de buffertemperatuur.
Installaties met eentraps olie- of gasketels: u kunt de temperatuur instellen die de
bovengrens vormt voor de gewenste waarde van de keteltemperatuur.
Stijgt de temperatuur aan de temperatuursensor TPO de hier ingestelde maximale
buffertemperatuur, dan wordt de bescherming tegen oververhitting actief:
De regelaar schakelt de ketelpomp en de pompen van het verwarmingscircuit
in.
De mengventielen regelen op de desbetreffende maximale voorlooptempera­
tuur van het verwarmingscircuit.
Bij vaten die door zonne-energie worden verwarmd, zoals verswatervat Aqua
EXPRESSO of combivat TITAN Plus, moet u de maximale buffertemperatuur instel­
len op minimaal 90 °C.
Minimale buffertemperatuur instellen
De weergave verschijnt alleen bij installaties met een buffervat of combivat en bij
installaties met eentraps olie- of gasketels.
Installaties met vat: u kunt de temperatuur instellen die de ondergrens vormt voor
de gewenste waarde buffertemperatuur.
Installaties met eentraps olie- of gasketels: u kunt de temperatuur instellen die de
ondergrens vormt voor de gewenste waarde keteltemperatuur.
Keteltype instellen
Keteltype
Alle Paradigma verwarmingsketels die via de busverbinding (OptenTherm) met de
regelaar verbonden zijn, worden automatisch door de regelaar herkend. De rege­
laar geeft het aangesloten keteltype automatisch correct weer.
Als de regelaar de verwarmingsketel niet herkent, kunt u het keteltype instellen:
eentraps - bij eentraps olie- of gasketels
Condensatie - bij Paradigma hoogrendementsketels
Pelletketel - bij Paradigma houtpelletketels
Buffertype instellen
Buffertype
De weergave verschijnt alleen bij installaties met buffervat of combivat.
U kunt het vattype instellen, dat beschikbaar is in de installatie.
OPTIMA/EXPRESSO - voor installaties met drinkwatervat Aqua EXPRESSO
TITAN - voor installaties met combivat TITAN Plus
THNL2255 11/12 V 2.0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave