Inhoudsopgave
Advertenties
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
BORDUURWERK
Selecteer het patroon dat u wilt oproepen.
b
Wissel van scherm met
pagina) en
(Toets Volgende pagina).
b
a
a Totale hoeveelheid gebruikt geheugen
b Totale hoeveelheid geheugen
c Het nummer van de momenteel weergegeven
pagina van het totaal aantal pagina's
Het geselecteerde patroon wordt
gemarkeerd.
c
Druk op
.
Druk op
om het opgeslagen patroon te
wissen.
Het opgeslagen patroon wordt opgeroepen
en het borduurscherm verschijnt. U kunt het
opgeroepen patroon borduren.
Opmerking
Bij letters die zijn opgeslagen vanaf een
borduurkaart moet de borduurkaart in de
machine zitten, wilt u het geheugen van de
borduurkaart kunnen ophalen.
64
Draadspanning aanpassen
(Toets Vorige
Als het borduren mislukt, kan het moeilijk zijn de
draad te verwijderen zonder de stof te beschadigen.
Gebruik daarom voor het borduren een stukje van
dezelfde stof om de afstelling van de draadspanning
c
en dergelijke te controleren.
Als u de draadspanning wilt aanpassen, drukt u op de
■ Correcte draadspanning
■ Bovendraad is te strak
■ Bovendraad is te los.
(instellingstoets).
Druk op
om de draadspanning zwakker te maken.
Druk op
om de draadspanning strakker te maken.
De draadspanning is correct wanneer de
bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant
van de stof.
1
a Voorkant
b Achterkant
De onderdraad zal zichtbaar zijn aan de voorkant
van de stof. Verlaag in dit geval de spanning van
de bovendraad.
1
a Voorkant
b Achterkant
Bovendraad is te slap. Verhoog in dit geval de
spanning van de bovendraad.
1
a Voorkant
b Achterkant
2
2
2
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
