— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
■ LCD-schermtoets
Wanneer een specifiek patroon is
geselecteerd, drukt u op deze toets.
Vervolgens drukt u op
om van scherm te wisselen. De
borduurinstellingen, zoals de
ingestelde tekenreeks en -kleur,
worden bevestigd.
Met deze toets wijzigt u de
draadinstellingen.
Druk op deze toets om het patroon
aan te passen.
Met deze toets selecteert of annuleert
u automatisch draadknippen.
Druk op
of op
om de
draadspanning aan te passen.
Druk op
of op
om de
draaddichtheid te wijzigen (alleen
letter- en kaderpatronen).
Druk op deze toets wanneer u bij het
borduren van tekens de kleur per
teken wilt wijzigen. Aangezien de
machine stopt na ieder teken, wordt
de bovendraad vervangen terwijl u
borduurt.
Druk opnieuw op deze toets om de
meerkleureninstelling te annuleren.
De naald gaat een kleur of een steek
tegelijk vooruit (indien herhaald
ingedrukt, 9 tot 20 steken) en wijzigt
de positie om het borduren te
beginnen. Dit wordt gebruikt
wanneer een bepaalde kleur niet
wordt geborduurd of als de machine
weer wordt aangezet nadat de stroom
is uitgeschakeld tijdens het uitvoeren
van een handeling.
Een kleur
terug
Een steek
terug
• Zie "Opnieuw borduren" (pagina 65) voor
meer informatie.
U kunt de positie van het patroon
binnen het borduurraam controleren
en de maat en de hoek wijzigen.
• Zie "Indeling aanpassen" (pagina 61) voor
meer informatie.
Memo
Toetsen die zijn omgeven met een stippellijn
kunt u niet gebruiken.
Borduurpatronen selecteren 51
2
Een kleur
vooruit
Een steek
vooruit