Inhoudsopgave
Advertenties
SV63136-NL Rev. B
Voorbeeld van poststuksymbolen
In het gedeelte met poststuksymbolen geeft elk symbool belangrijke informatie
weer over het poststukonderdeel dat het vertegenwoordigt. In het volgende
schema ziet u informatie die door het symbool wordt aangegeven en de manier
waarop dit u helpt bij het laden en uitvoeren van een opdracht.
* In het bovenstaande voorbeeld vormen de symbolen voor document met het adres boven,
extra document en insteekvouw een set. Dit betekent dat de documenten met het adres
boven en de extra documenten verzameld worden in een collatie en dat deze met een
insteekvouw gevouwen wordt.
* Een bijlage (zie het symbool voor antwoordenvelop) wordt altijd weergegeven als een
afzonderlijke set in de poststuksymbolen.
OPMERKINGEN:
•
De verbindende lijnen tussen de symbolen geven de samenstelling van het poststuk
aan. De omslag is het symbool bovenaan.
•
Het wijzigen van de opdrachtinstellingen kan ertoe leiden dat de
invoerladetoewijzingen in de poststuksymbolen veranderen.
•
Iedere keer dat u de opdrachtinstellingen wijzigt, dient u ervoor te zorgen
dat de poststuksymbolen gecontroleerd worden op wijzigingen in de
invoerladetoewijzingen.
Envelop met venster, geladen met de flapzijde
G
omlaag en de flap laatst. Sealen van de envelop
is ingeschakeld, geladen in invoer G.
Insteekvouw geselecteerd.
Adres bovenaan, geladen met de voorkant naar
boven, ingevoerd met bovenzijde eerst, geladen
C
in invoer C, dubbeldetectie staat aan.
Extra document - (geen adres) geladen met de
B
voorkant naar boven, ingevoerd met bovenzijde
eerst, geladen in invoeren B en D; invoeren B en
D
D zijn gekoppeld. (Gekoppelde laden bevinden
zich altijd aan dezelfde kant van de toren.)
Dubbeldetectie staat aan.
Antwoordenvelop geladen met flapzijde onder,
A
ingevoerd met flap vooraan, geladen in invoer A.
Beeldscherm • 2
2-7
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
