Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Verzending & post
Invoerstation
Relay
5000/6000/7000/8000
Documentinvoersysteem
Bedieningshandleiding
Nederlandse uitgave
SV63136-NL Rev. B
zondag 1 november 2015

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Pitney Bowes Relay 5000

  • Pagina 1 Verzending & post Invoerstation Relay ™ 5000/6000/7000/8000 Documentinvoersysteem Bedieningshandleiding Nederlandse uitgave SV63136-NL Rev. B zondag 1 november 2015...
  • Pagina 2 LET OP: Eventuele wijzigingen of aanpassingen van deze apparatuur waarvoor niet uitdrukkelijk toestemming is gegeven door de partij die verantwoordelijk is voor naleving van de technische voorschriften (Pitney Bowes), kunnen leiden tot beëindiging van het recht van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie ...............v Waarschuwingslabels ..............vi 1 • Overzicht van het systeem ........1-1 Relay 5000/6000/7000/8000 Overzicht van het invoersysteem ..1-3 Productkenmerken ..............1-3 Systeemonderdelen ..............1-3 Hoofdmodules ............... 1-3 Extra modules beschikbaar ..........1-3 Aanduidingen bedieningspaneel..........1-6 Schermkeuzetoetsen ............1-7 Vaste functietoetsen.............. 1-7 Apparaatbewerkingstoetsen ..........
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Toegangsrechten ..............1-19 Niveaus voor gebruikerstoegang ........1-19 Aanmelden ................1-20 Afmelden ................1-20 2 • Beeldscherm ............2-1 Overzicht van het beeldscherm ..........2-3 Koptekstgebied ..............2-4 Voettekstgebied ..............2-4 Statusgebied ................. 2-5 Navigeren door opties ............2-8 Symbolen en letters ..............2-9 Envelopsymbolen ..............
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 4 • Scannen ..............4-1 Scanoverzicht ................4-3 Scankoppen afstellen ..............4-4 Scankoppen afstellen voor horizontale of 2D markeringen ... 4-5 Scankoppen afstellen voor verticale markeringen ....4-8 Het OMR- scangebied instellen ..........4-10 Positie van de eerste markering en codelengte definiëren ..4-10 Leesgebied definiëren ..............
  • Pagina 6 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 7: Veiligheidsinformatie

    Veiligheid Veiligheidsinformatie Volg deze veiligheidsvoorschriften steeds als u uw invoersysteem gebruikt: • Lees alle instructies voordat u het systeem gaat bedienen. • Gebruik deze apparatuur alleen voor de toepassingen waarvoor deze is ontworpen. • Plaats het systeem in de buurt van een goed toegankelijk stopcontact. •...
  • Pagina 8: Waarschuwingslabels

    Veiligheid • Neem contact op met de leverancier van uw systeem voor het volgende: - Supplies - Veiligheidsinformatiebladen - Als de eenheid beschadigd raakt - Het vereiste onderhoudsschema Als uw stapelaar een lichtnetadapter heeft: • Gebruik de meegeleverde lichtnetadapter. Adapters van derden kunnen het apparaat beschadigen •...
  • Pagina 9: Overzicht Van Het Systeem

    1 • Overzicht van het systeem Inhoud Relay 5000/6000/7000/8000 Overzicht van het invoersysteem ...1-3 Productkenmerken ..............1-3 Systeemonderdelen..............1-3 Hoofdmodules ................1-3 Extra modules beschikbaar ............1-3 Aanduidingen bedieningspaneel ..........1-6 Schermkeuzetoetsen ..............1-7 Vaste functietoetsen ...............1-7 Apparaatbewerkingstoetsen ...........1-8 De weergavetaal wijzigen ............1-9 Hoe het systeem werkt ..............1-10 Transportband ..............1-10...
  • Pagina 10 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 11: Relay 5000/6000/7000/8000 Overzicht Van Het Invoersysteem

    Overzicht van het systeem • 1 Relay 5000/6000/7000/8000 Overzicht van het invoersysteem De Relay™ 5000, 6000, 7000 en 8000 zijn hogedoorvoersystemen voor het afhandelen van mailingen. Deze systemen kunnen voor vele verschillende toepassingen worden gebruikt, zonder dat de operator veel instellingen hoeft aan te passen.
  • Pagina 12: Onderdeelidentificatie

    1 • Overzicht van het systeem Onderdeelidentificatie Relay 5000/6000-systeem Alleen Relay 7000/8000 Laden invoertoren - documenten of bijlagen in de invoertoren invoeren. Invoertoren - een tweezijdige ladehouder/materiaalinvoer. OPMERKING: de onderste linkerlade wordt bij inschakeling met de letter "A" weergegeven in de poststuksymbolen. Als een envelopinvoer met een...
  • Pagina 13 Overzicht van het systeem • 1 Voorvouwaccumulator - is een verzamelgebied voor het materiaal dat gecollationeerd en daarna naar de vouwer wordt verplaatst. Vouwer - past een van de beschikbare vouwtypen op de documenten toe. Navouwaccumulator - verzamelgebied voor de gevouwen documenten en de bijlagen die eraan toegevoegd worden.
  • Pagina 14: Aanduidingen Bedieningspaneel

    1 • Overzicht van het systeem Aanduidingen bedieningspaneel Reset Counter Cancel Home (be- (Teller Help (annuleren) ginscherm) resetten) Trial Piece Clear Deck Start (proefexemplaar) (leegmaken) Stop LED-statusindicatie Schermkeuzetoetsen - maken het mogelijk instellingen te definiëren voor maximaal 24 opdrachten, die u kunt opslaan in het systeemgeheugen.
  • Pagina 15: Schermkeuzetoetsen

    Overzicht van het systeem • 1 Schermkeuzetoetsen De acht schermkeuzetoetsen komen overeen met opties op het scherm en hebben daarom geen speciale labels. Gebruik deze toetsen om een item in een weergegeven lijst te kiezen en/of het bijbehorende menu of item of de bijbehorende actie of optie te selecteren.
  • Pagina 16: Apparaatbewerkingstoetsen

    1 • Overzicht van het systeem Apparaatbewerkingstoetsen Met de vier apparaatbewerkingstoetsen wordt het systeem bediend. Trial Piece Clear Deck Start Stop (proefexemplaar) (leegmaken) Start Druk op deze groenkleurige Start-toets om de geselecteerde opdracht te starten Trial Piece Druk op Trial Piece (proefexemplaar) om een testrun voor (proefexem- uw opdracht uit te voeren.
  • Pagina 17: De Weergavetaal Wijzigen

    Overzicht van het systeem • 1 De weergavetaal wijzigen 1. Selecteer Menu in het beginscherm. 2. Selecteer Change Language (Taal wijzigen) in het menuscherm. Een lijst met beschikbare talen wordt weergegeven. 3. Gebruik indien nodig de optie Next (volgende) en Previous (vorige) om de extra talen in de lijst te bekijken en selecteer vervolgens de gewenste taal.
  • Pagina 18: Hoe Het Systeem Werkt

    1 • Overzicht van het systeem Hoe het systeem werkt Transportband De transportband ontvangt materiaal van de invoertoren en transporteert het door de verschillende modules om een afgewerkt poststuk samen te stellen. Poststukbaan Materiaal uit de invoerladen komt in een vooraf gedefinieerde volgorde uit de invoertoren.
  • Pagina 19: Navouwaccumulator

    Overzicht van het systeem • 1 Navouwaccumulator De verzameling van gevouwen documenten verlaat de vouwer en komt terecht op de navouwaccumulator. Andere onderdelen van het poststuk, zoals een zakelijke antwoordenvelop of een voorgevouwen bijlage, worden toegevoegd aan de verzameling in de navouwaccumulatorzone. Als alle onderdelen aanwezig zijn, gaat de stapel naar het insteekgebied.
  • Pagina 20: Kleppen Van Het Systeem

    1 • Overzicht van het systeem Kleppen van het systeem Transportbandkleppen gaan open om toegang te verschaffen tot de rollen in de hoofdpapierbaan. Klep van het Vouwklep insteekgebied Klep van de Klep van de voorvouwaccumulator navouwaccumulator De drie kleppen aan de voorzijde van het systeem kunnen open om toegang tot de papiervrijmakingsknoppen te krijgen.
  • Pagina 21: De Kleppen Openen

    Overzicht van het systeem • 1 De kleppen openen Klep van de hoofdtransportband De klep van de hoofdtransportband openen: 1. Plaats uw vingers in de sleuf aan de bovenzijde van de klep. 2. Trek de klep voorzichtig omlaag. Een trekontlasting houdt de klep binnen de aanbevolen bewegingsafstand.
  • Pagina 22: Papiervrijmakingsknoppen En -Hendels

    1 • Overzicht van het systeem Papiervrijmakingsknoppen en -hendels Er zijn tien papiervrijmakingsknoppen en -hendels aan de voorzijde van het systeem. Met elke knop kunt u de rollen draaien en materiaal verwijderen uit het gebied waar het is vastgelopen. Elke papiervrijmakingshendel opent een gebied van het systeem en maakt het mogelijk al het materiaal te verwijderen dat vastgelopen is.
  • Pagina 23: Invoertoren

    Overzicht van het systeem • 1 Invoertoren De invoertoren is een tweezijdige ladehouder/materiaalinvoer die aan het ene uiteinde van de eenheid staat. Door een vergrendeling aan de linkerkant van de toren te ontgrendelen, krijgt u toegang tot de invoeruitgang en transportrollen van de toren.
  • Pagina 24: Extra Modules

    1 • Overzicht van het systeem Extra modules Documentinvoer met hoge capaciteit (HCSF) De extra HCSF-module wordt aan de kant van de invoertoren aan het systeem gekoppeld en zorgt voor een groter invoervolume. De HCSF heeft twee invoerlades en een horizontale transportband. In elke invoerlade gaan maximaal 1000 vellen 80-grams papier.
  • Pagina 25: Sealer C4-Formaat

    Overzicht van het systeem • 1 Sealer C4-formaat De sealer C4-formaat sluit de klep, sealt de envelop en stuurt deze naar de volgende module in het proces. De sealer C4-formaat heeft ook een enveloprandmarkeerder. Klep van sealer C4-formaat 1-17 SV63136-NL Rev. B...
  • Pagina 26: Verticale Uitloopband

    1 • Overzicht van het systeem Verticale uitloopband De verticale uitloopband is een compacte, aangedreven stapelaar met onderinvoer die kan worden aangesloten op de uitvoer van diverse invoersystemen, zoals de -toevoerstations. Relay Horizontale bandstapelaar Bandstapelaar - C5- of C4-formaat De bandstapelaar kan in een haakse configuratie of een axiale configuratie met -toevoerstations worden gebruikt.
  • Pagina 27: Toegangsrechten

    Overzicht van het systeem • 1 Toegangsrechten Er zijn twee beveiligingsmodi op het systeem beschikbaar: • Login Not Required Mode (Modus voor niet-vereiste aanmelding) - vereist een viercijferige toegangscode om functies uit te voeren waartoe de supervisor en de manager bevoegd zijn. •...
  • Pagina 28: Aanmelden

    1 • Overzicht van het systeem Aanmelden • Als de Login Required Mode (modus voor vereiste aanmelding) is ingeschakeld, is de invoer van een gebruikers-ID en wachtwoord nodig om toegang tot het systeem te krijgen. • Als de Login Not Required Mode (modus voor niet-vereiste aanmelding) is ingeschakeld, is de invoer van een toegangscode nodig om toegang tot beperkte functies te krijgen.
  • Pagina 29: Beeldscherm

    2 • Beeldscherm Inhoud Overzicht van het beeldscherm ...........2-3 Koptekstgebied ...............2-4 Voettekstgebied ..............2-4 Statusgebied ................2-5 Navigeren door opties ............2-8 Symbolen en letters ..............2-9 Envelopsymbolen ..............2-9 Vouwsymbolen ...............2-9 Documentsymbolen ..............2-10 Bijlagesymbolen ..............2-11 Invoertoewijzingssymbolen ...........2-12 Andere symbolen ..............2-12...
  • Pagina 30 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 31: Overzicht Van Het Beeldscherm

    Beeldscherm • 2 Overzicht van het beeldscherm Het beeldscherm is verdeeld in twee hoofdgebieden: • Koptekst • Status • Voettekst Home (beginscherm) Job (Opdracht): ABC Koptekstgebied Run Trial Piece Low Sealant (Weinig sluitvloeistof) (Maak proefexemplaar) Job Items (Opdrachtitems) Select Another Job (Andere opdracht selecteren) SwiftStart Menu...
  • Pagina 32: Koptekstgebied

    2 • Beeldscherm Koptekstgebied Het headergebied heeft twee gekleurde balken die horizontaal aan de bovenzijde van het scherm lopen: de bovenste balk is blauw, de onderste balk is groen. De linkerkant van de bovenste balk toont de naam van het huidige scherm. Afhankelijk van het scherm kan de opdrachtnaam aan de rechterkant worden getoond.
  • Pagina 33: Statusgebied

    Beeldscherm • 2 Statusgebied Het statusgebied dient voor het weergeven van informatie over de taak/taken die u aan het uitvoeren bent. Dit gebied bevat één of alle van de volgende punten: • Poststuksymbolen • Richting van item • Opties • Gegevens horizontaal weergegeven aan de onderzijde van het scherm (alleen in het beginscherm) - batchteller, stukkenteller en gebruikers-ID Poststuksymbolen...
  • Pagina 34 2 • Beeldscherm • Een invoertoewijzingsletter wordt naast het symbool geplaatst om de invoerlade aan te geven waarin het materiaal moet worden geladen. Twee of meer invoertoewijzingsletters naast één symbool geven aan dat invoerladen zijn gekoppeld. Het materiaal moet in alle aangegeven invoerladen worden geladen.
  • Pagina 35 Beeldscherm • 2 Voorbeeld van poststuksymbolen In het gedeelte met poststuksymbolen geeft elk symbool belangrijke informatie weer over het poststukonderdeel dat het vertegenwoordigt. In het volgende schema ziet u informatie die door het symbool wordt aangegeven en de manier waarop dit u helpt bij het laden en uitvoeren van een opdracht. Envelop met venster, geladen met de flapzijde omlaag en de flap laatst.
  • Pagina 36: Navigeren Door Opties

    2 • Beeldscherm Navigeren door opties De rechterkant van het beeldscherm laat de opties zien die beschikbaar zijn voor het scherm dat op dat moment wordt weergegeven. Zodra u een optie selecteert, worden meer opties voor die selectie getoond. Zie de onderstaande voorbeeldschermen.
  • Pagina 37: Symbolen En Letters

    Beeldscherm • 2 Symbolen en letters De volgende tabellen beschrijven de verschillende symbolen die u op het beeldscherm kunt zien. Envelopsymbolen Invoertoren HCEF* Richting: flapzijde omlaag, Richting: flapzijde omlaag, flap eerst. flap laatst. C5-envelop zonder venster Envelop met normale flap met venster C5-envelop met voorflap met venster...
  • Pagina 38: Documentsymbolen

    2 • Beeldscherm Documentsymbolen Richting: Richting: Richting: Richting: omhoog gericht, omhoog gericht, omlaag gericht, omlaag gericht, bovenzijde onderzijde bovenzijde onderzijde eerst. eerst. eerst. eerst. Document, niet persoonlijk Document, adres bovenaan Document, adres in het midden Document, adres onderaan Meerdere documenten, niet persoonlijk Meerdere documenten, adres...
  • Pagina 39: Bijlagesymbolen

    Beeldscherm • 2 Bijlagesymbolen Richting: Richting: Richting: Richting: omhoog gericht, omhoog gericht, omlaag gericht, omlaag gericht, bovenzijde onderzijde bovenzijde onderzijde eerst. eerst. eerst. eerst. Inlegvel of generieke bijlage Antwoordenvelop N.v.t. N.v.t. N.v.t. Antwoordkaart Meerdere inlegvellen of generieke bijlagen Meerdere N.v.t. N.v.t.
  • Pagina 40: Invoertoewijzingssymbolen

    2 • Beeldscherm Invoertoewijzingssymbolen De invoertoewijzing wordt aangegeven door een letter in een grijs vakje rechts van het opdrachtonderdelensymbool in de poststuksymbolen. De letter die in het blauwe vakje wordt weergegeven, varieert afhankelijk van de invoer in bedrijf. • Enkele invoertoewijzing wordt aangegeven door één grijs vakje. •...
  • Pagina 41: Een Opdracht Uitvoeren

    3 • Een opdracht uitvoeren Inhoud Inschakelen .................3-3 Beginscherm................3-4 Een opdracht uitvoeren ...............3-5 Een opdracht selecteren ............3-6 Invoerladen instellen en materiaal laden ........3-7 Extra afstellingen ..............3-20 Instellingen vooraf ..............3-21 Een testenvelop invoeren .............3-21 Breedteaanpassingen uitvoeren (buitenste envelopopeners) ..........3-22 Lengteaanpassingen uitvoeren (binnenste envelopopeners) ..........3-23 Instellingen controleren ............3-24 Handmatige invoer ..............3-25...
  • Pagina 42 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 43: Inschakelen

    Een opdracht uitvoeren • 3 Inschakelen WAARSCHUWING! Lees de veiligheidsvoorschriften aan het begin van deze handleiding voordat u het apparaat op het lichtnet aansluit. 1. Sluit de netkabel aan op de aansluiting op de achterzijde van het toevoerstation. 2. Sluit de stekker van de netkabel aan op een geschikt stopcontact. Zorg ervoor dat het stopcontact zich vlak bij het toevoerstation bevindt en gemakkelijk toegankelijk is.
  • Pagina 44: Beginscherm

    3 • Een opdracht uitvoeren Beginscherm Als het systeem het startproces heeft voltooid, wordt het beginscherm weergegeven. De laatste opdracht die is uitgevoerd, wordt in het beginscherm weergegeven. In het beginscherm ziet u tevens informatie over de laatste opdracht en kunt u een andere opdracht selecteren. Ook kunt u instellingen voor de weergegeven opdracht bewerken, de SwiftStart -functie gebruiken ™...
  • Pagina 45 (Raadpleeg de Relay 5000/6000/7000/8000 beheerhandleiding voor meer informatie over het programmeren van een opdracht.) Er zijn vijf hoofdstappen voor het uitvoeren van een opdracht. Deze stappen moeten worden gevolgd in de aangegeven volgorde: •...
  • Pagina 46: Een Opdracht Selecteren

    3 • Een opdracht uitvoeren Een opdracht selecteren Als de opdracht die u wilt uitvoeren in het beginscherm wordt weergegeven, ga dan naar het gedeelte Proefexemplaar maken van dit hoofdstuk. Als de gewenste opdracht niet wordt weergegeven, volg dan de stappen hieronder om de opdracht te selecteren: 1.
  • Pagina 47: Invoerladen Instellen En Materiaal Laden

    Een opdracht uitvoeren • 3 3. Selecteer de gewenste opdracht in de lijst. • Als de opdracht niet op de eerste pagina wordt weergegeven, gebruik dan de toetsen OMHOOG/OMLAAG om door de lijst te bladeren. • Als een opdracht in de lijst is gemarkeerd, worden de poststuksymbolen voor de opdracht op het beeldscherm weergegeven.
  • Pagina 48 3 • Een opdracht uitvoeren 3. Schuif de lade in de ladehouders totdat u voelt dat de lade op zijn plaats valt. OPMERKING: De lade zit goed als de uitstulping aan weerszijden onderaan de lade in de sleuf aan weerszijden van de ladehouders valt. Uitstulping op lade Afbeelding 3.1.2: Controle ladebevestiging Sleuf op...
  • Pagina 49 Een opdracht uitvoeren • 3 Materiaal in de laden plaatsen Volg de laadinstructies op voordat u een opdracht uitvoert. De laadrichting kan variëren afhankelijk van de invoertoewijzing en opdrachtinstellingen. Een invoer kan bijvoorbeeld worden geladen met de onderzijde eerst, en een andere met de bovenzijde eerst.
  • Pagina 50 3 • Een opdracht uitvoeren Zijgeleiders van lade aanpassen Er zit een geribbelde, blauwe zijgeleiderinsteller aan het open einde van elke lade. Deze insteller regelt de open- en sluitfuncties van de ladezijgeleiders. U kunt de zijgeleiders op de laden in de invoertoren als volgt openen en sluiten: 1.
  • Pagina 51 Een opdracht uitvoeren • 3 Een documentlade laden Documentladen voeren plat, ongevouwen materiaal in. Zorg ervoor dat u de stapel materialen op of onder de vulmarkeringen op de zijkanten van de lade houdt om invoerproblemen te voorkomen. OPMERKING: Wilt u een demonstratie bekijken van het laden van de documentlade en de afstelprocedure van de zijgeleiders, ga dan naar het beginscherm en selecteer Loading Instructions and Pre-Run Adjustments (Laadinstructies en Instellingen vooraf).
  • Pagina 52 3 • Een opdracht uitvoeren Documenten in de HCSF laden 1. Maak de pagina's van stapel documenten los en draai vervolgens de zijgeleiderinsteller van de HCSF-lade tegen de klok in om de lade ver genoeg te openen voor de stapel documenten. OPMERKING: De zijgeleiderinsteller bevindt zich onder de indicatieletter van elke lade.
  • Pagina 53 Een opdracht uitvoeren • 3 Max. vullijn HCSF gereed voor invoer SV63136-NL Rev. B 3-13...
  • Pagina 54 3 • Een opdracht uitvoeren HCSF-geleiders afstellen Als de documentbreedte afwijkt van de breedte van de vorige opdracht, moet u de HCSF-geleiders afstellen voor de nieuwe opdracht. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de documentinvoeren met hoge capaciteit hebt ingeschakeld voordat u de lades afstelt. 1.
  • Pagina 55 Een opdracht uitvoeren • 3 5. Stel de lengtegeleider in: a. Trek de lengteknop (knop 12) uit. b. Draai met de knop de gele lijn op lengtegeleiderbalk naar de afloopzijde van het document. c. Laat de lengteknop weer los zodra de lengtegeleider in de juiste positie staat.
  • Pagina 56 3 • Een opdracht uitvoeren Bijlageladen laden Bijlageladen voeren items in het systeem in die niet gevouwen hoeven te worden, zoals enveloppen, kaarten, boekjes, inlegvellen en voorgevouwen media. Bijlageladen hebben twee sets met maximale vullijnen: één set voor inlegvellen en een tweede set voor enveloppen. OPMERKING: Wilt u een demonstratie bekijken van het laden van de documentlade en de afstelprocedure van de zijgeleiders, ga dan naar het beginscherm en selecteer Loading Instructions and Pre-Run Adjustments (Laadinstructies en Instellingen...
  • Pagina 57 Een opdracht uitvoeren • 3 Envelopinvoer met hoge capaciteit laden (HCEF) De envelopinvoer met hoge capaciteit (HCEF) kan maximaal 500 enveloppen bevatten. Om enveloppen in de HCEF te laden, moet u de zijgeleiders, de steun en de afscheideropening afstellen. Voordat u afstellingen gaat wijzigen, waaier met een stapel enveloppen en verwijder alle enveloppen die in elkaar zitten, omgekruld zijn of op welke manier dan ook beschadigd zijn.
  • Pagina 58 3 • Een opdracht uitvoeren De HCEF-steun afstellen 1. Steek een envelop in de HCEF met de onderzijde van de envelop tegen de middelste geleider, in lijn met de twee schroeven. De bovenzijde van de envelop (zijde met klep) moet naar de steun wijzen. OPMERKING: Zorg ervoor dat de envelop gecentreerd is, en niet schuin geplaatst, op de middelste geleider.
  • Pagina 59 Een opdracht uitvoeren • 3 De HCEF -afscheideropening afstellen OPMERKING: Stel de HCEF-steun af voordat u de afscheideropening kunt afstellen. 1. Prepareer een envelop voor de afstelling van de afscheideropening. a. Knip een strook uit van 80-grams papier die in de envelop past. b.
  • Pagina 60: Extra Afstellingen

    3 • Een opdracht uitvoeren 5. Trek de envelop uit de HCEF. Enveloppen liggen tegen de rand van de tab op de steun 6. Waaier een 20 tot 50 mm hoge stapel enveloppen uit. 7. Plaats de enveloppen in de HCEF met de klepzijde omlaag, klep laatst. 8.
  • Pagina 61: Instellingen Vooraf

    Een opdracht uitvoeren • 3 Instellingen vooraf Een testenvelop invoeren 1. Laad de omslagen in de envelopinvoer(en). 2. Selecteer in het beginscherm Loading Instructions> Pre-Run Adjustments> Envelope Opener Settings (Laadinstructies> Instellingen vooraf> Instellingen envelopopener). OPMERKING: Het systeem selecteert automatisch de invoer als er maar één omslag wordt gebruikt.
  • Pagina 62: Breedteaanpassingen Uitvoeren

    3 • Een opdracht uitvoeren Breedteaanpassingen uitvoeren (buitenste envelopopeners) 1. Draai de vingerschroeven boven op de buitenste envelopopeners los. Vingerschroeven van de buitenste envelopopeners 2. Schuif de openers zodanig dat de wijzers met de buitenste randen van de envelop zijn uitgelijnd. •...
  • Pagina 63: Lengteaanpassingen Uitvoeren

    Een opdracht uitvoeren • 3 Lengteaanpassingen uitvoeren (binnenste envelopopeners) 1. Bij gebruik van vensterenveloppen moet u de vingerschroeven losdraaien die elke binnenste envelopopener borgen. OPMERKING: Er zijn drie binnenste envelopopeners waarbij gewoonlijk alleen lengteaanpassingen nodig zijn. Ze kunnen echter, indien nodig, (behalve de middelste opener) zijwaarts worden verschoven.
  • Pagina 64: Binnenste Envelopopeners

    3 • Een opdracht uitvoeren 3. Draai indien nodig de knop op de insteekkant van de binnenste envelopopener los en stel deze zo in dat deze minstens 5 mm in het bovenste vlak van de envelop gaat. Insteekkanten van binnenste envelopopeners 4.
  • Pagina 65: Handmatige Invoer

    Een opdracht uitvoeren • 3 Handmatige invoer Het systeem stelt zich automatisch in op de meeste materialen. Als echter de openingen van uw omslagen erg afwijken, kan een handmatige aanpassing nodig zijn. Hetzelfde geldt voor documenten met verschillende breedtes of lengtes die via een documentinvoer met hoge capaciteit (HCSF) worden ingevoerd;...
  • Pagina 66: De Hendel Voor Handmatige Invoer Instellen Op Stiff Media Mode (Modus Stijve Media - Alleen Relay 8000)

    3 • Een opdracht uitvoeren De hendel voor handmatige invoer instellen op Stiff Media Mode (modus Stijve media - alleen Relay 8000) Poststukken met stijve bijlagen verlaten het toevoerstation via de C4-formaat uitvoer. Voor de functie Stiff Media (Stijve media) moet de hendel voor handmatige invoer (met sensor) de C4-formaatpoort openhouden.
  • Pagina 67: Een Proefexemplaar Maken

    Een opdracht uitvoeren • 3 Een proefexemplaar maken Nadat de opdrachtinstelling is voltooid, moet u een proefexemplaar uitvoeren om te kijken of het systeem naar behoren functioneert en de definitieve poststukken correct worden verwerkt. Een proefexemplaar maken: 1. Bevestig de invoerladen aan de invoertoren. OPMERKING: Markeer de poststuksymbolen in het beginscherm voor informatie over het gebruikte ladetype, richting van het materiaal in de lade en de positie van de lade in de invoertoren.
  • Pagina 68 3 • Een opdracht uitvoeren b. Als het adres omhoog of omlaag moet worden verplaatst (van toepassing op vensterenveloppen), selecteert u Adjust Address (Adres aanpassen). Het volgende scherm wordt weergegeven. Press to adjust. (Druk op om aan te passen.) ABC Company 36 Waterview Dr.
  • Pagina 69: Opdrachtinstellingen Controleren

    Een opdracht uitvoeren • 3 Opdrachtinstellingen controleren Het scherm Review Job (Opdracht controleren) geeft een kort overzicht van de parameters voor ieder poststukonderdeel en van de algemene opdrachtinstellingen. Op dit scherm kunt u snel zien of u de correcte opdracht hebt geselecteerd.
  • Pagina 70: De Opdracht Starten

    3 • Een opdracht uitvoeren De opdracht starten Zodra uw proefexemplaar is gecontroleerd, kunt u met de opdracht beginnen: 1. Controleer of u in het beginscherm bent. 2. Druk op START. Het systeem begint met de uitvoering van de opdracht SwiftStart -opdrachten ™...
  • Pagina 71: Interface Van De Frankeermachine (Mmi) Bedienen

    Een opdracht uitvoeren • 3 Interface van de frankeermachine (MMI) bedienen Volg de hierna beschreven stappen om post te verwerken via de MMI. 1. Schakel het toevoersysteem in. 2. Schakel het frankeersysteem in. 3. Controleer of het toevoersysteem is voorbereid voor de opdracht: •...
  • Pagina 72 3 • Een opdracht uitvoeren 6. Controleer of voldaan is aan de volgende voorwaarden: • Het frankeersysteem bevat voldoende voorraad voor de opdracht • MMI werkt • Het frankeersysteem is ingesteld op de juiste modus Connect+ zijgeleider (zonder MMI) Speling tussen envelop en zijgeleider 7.
  • Pagina 73: Helderheid En Contrast Van Het Beeldscherm Instellen

    Een opdracht uitvoeren • 3 Helderheid en contrast van het beeldscherm instellen Volg de stappen hieronder om het contrast en/of de helderheid van het beeldscherm in te stellen: 1. Selecteer in het beginscherm Menu>Tools>Configure System>Set Brightness/Contrast (Menu>Functies>Systeem configureren>Helderheid/ contrast instellen). 2.
  • Pagina 74: Tijd En/Of Datum Instellen

    3 • Een opdracht uitvoeren Tijd en/of datum instellen Volg de stappen hieronder om de interne tijd en/of datum van het systeem aan te passen: 1. Selecteer in het beginscherm Menu>Tools>Configure System>Set Date/ Time (Menu>Functies>Systeem configureren>Datum/tijd instellen). OPMERKING: Als u zich niet hebt aangemeld als supervisor of manager, wordt u ge- vraagd een toegangscode in te voeren.
  • Pagina 75: Sluitvloeistof Bijvullen

    Een opdracht uitvoeren • 3 Sluitvloeistof bijvullen Op het beeldscherm wordt een waarschuwingsmelding weergegeven die aangeeft dat de sluitvloeistof in het sluitvloeistofreservoir moet worden bijgevuld: Het reservoir bijvullen: 1. Open de klep van het sluitvloeistofreservoir, verwijder het reservoir uit de houder op het systeem en plaats het op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 76 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 77 4 • Scannen Inhoud Scanoverzicht ................4-3 Scankoppen afstellen ..............4-4 Scankoppen afstellen voor horizontale of 2D markeringen ..4-5 Scankoppen afstellen voor verticale markeringen ....4-8 Het OMR- scangebied instellen ..........4-10 Positie van de eerste markering en codelengte definiëren ..4-10 Leesgebied definiëren ............... 4-11 Extra informatie .................4-12...
  • Pagina 78 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 79 Scannen • 4 Scanoverzicht Het systeem biedt twee scanmethoden die beide optioneel zijn: • Optical Mark Recognition (OMR) (Herkenning van optische markeringen) - gebruikt een donkere doorgetrokken lijn op een vel licht gekleurd papier. Bij OMR worden horizontale streepjes weergegeven (in de vorm van een ladder).
  • Pagina 80: Scankoppen Afstellen

    4 • Scannen Scankoppen afstellen Bij het instellen van de scanconfiguratie door de systeembeheerder of de leverancier van het systeem is een correcte afstelling/positionering van de scankoppen bepalend voor de prestaties van de scanner bij het lezen van barcodes of OMR-markeringen. De scankoppen bevinden zich in de invoertoren of de HCSF (indien aanwezig op uw systeem.) Op elke plaats bevinden zich twee scankoppen.
  • Pagina 81: Scankoppen Afstellen Voor Horizontale Of 2D Markeringen

    Scannen • 4 Scankoppen afstellen voor horizontale of 2D markeringen 1. Vouw een van documenten die moeten worden gescand, in de lengte dubbel (met de gemarkeerde zijde naar boven). 2. Teken twee pijlen die naar de bovenzijde van het document wijzen: één aan de bovenzijde van de markering en één aan de onderzijde ervan.
  • Pagina 82 4 • Scannen 6. Open de klep van de toren: • Bevindt de scanner zich in de invoertoren (invoer A, B, C en D), open dan de klep van de invoertoren • Bevindt de scanner zich in de HCSF (documentinvoer met hoge capaciteit J, K, L en M), open dan de klep van de HCSF-toren.
  • Pagina 83 Scannen • 4 8. Gebruik het blauwe duimwiel om de scankop te verplaatsen. Draai net zo lang met het duimwiel tot de wijzer op de waarde staat die u eerder hebt vastgesteld (de afstand tussen het midden van het document en het midden van de markering).
  • Pagina 84: Scankoppen Afstellen Voor Verticale Markeringen

    4 • Scannen Scankoppen afstellen voor verticale markeringen 1. Vouw een van documenten die moeten worden gescand, in de lengte dubbel (met de gemarkeerde zijde naar boven). 2. Teken twee pijlen die naar de bovenzijde van het document wijzen: één aan de bovenzijde van de markering en één aan de onderzijde ervan.
  • Pagina 85 Scannen • 4 7. Bepaal in welke richting de scankop moet worden verplaatst (naar links of rechts van de 0 op de liniaal): • Zorg dat het midden van het document (de vouw in de lengterichting) op gelijke hoogte ligt met het midden van het toevoerstation (tegen de 0 van de liniaal).
  • Pagina 86: Het Omr- Scangebied Instellen

    4 • Scannen Het OMR- scangebied instellen Tijdens het invoeren van het materiaal in het toevoerstation wordt het gescand. Dit houdt in dat de scanner een verticale strook of marge op de pagina leest volgens de opgegeven specificaties. Het systeem wil ook weten of de hele marge (de strook op de pagina die wordt gescand op markeringen) onbedrukt is, vrij is van perforatiegaten, enz.
  • Pagina 87: Leesgebied Definiëren

    Scannen • 4 Leesgebied definiëren 1. Als het toevoerstation erom vraagt, meet dan de afstand (A) tussen de bovenzijde van het document en het punt na het bedrukte deel waar het toevoerstation moet STARTEN met scannen. 2. Als het toevoerstation erom vraagt, meet dan de afstand (B) tussen het zojuist ingestelde startpunt en het punt waar het toevoerstation moet STOPPEN met scannen.
  • Pagina 88: Extra Informatie

    4 • Scannen Extra informatie • Voor OMR moet het papiergewicht tussen de 70 en de 120 gram liggen. • Invoerkoppeling werkt alleen correct als de operator is begonnen met het juiste document (dat wil zeggen dat koppelen alleen betrouwbaar is bij een onderbreking in de set).
  • Pagina 89: Onderbrekingen En Storingen Oplossen

    5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Inhoud Materiaalblokkeringen verhelpen..........5-3 Blokkering verwijderen ............5-3 Opdracht hervatten ..............5-3 Problematisch materiaal ............5-4 Probleemoplossing en advies............5-4...
  • Pagina 90 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 91: Materiaalblokkeringen Verhelpen

    Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Materiaalblokkeringen verhelpen Als een blokkering optreedt, houdt het systeem er onmiddellijk mee op en wordt er een storingsmelding weergegeven. Volg de instructies op het beeldscherm (het verwijderen van het materiaal dat de blokkering heeft veroorzaakt, het weer laten draaien van het systeem en het verwerken van de probleemstukken) om het systeem weer aan de gang te krijgen.
  • Pagina 92: Problematisch Materiaal

    5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Problematisch materiaal Tijdens de herstelprocedure voor vastgelopen papier en andere machinestoringen verwijdert het systeem materiaal dat niet kan worden voltooid automatisch uit de transportband. Het systeem telt alle poststukken die helemaal zijn voltooid (inclusief proefexemplaren).
  • Pagina 93 Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Tabel 5-1 Startproblemen Probleem Oorzaak Actie Systeem kan niet worden De stekker van het systeem zit niet Steek de stekker in een stopcontact. ingeschakeld in een stopcontact. Geen stroom op het stopcontact. Controleer het stopcontact. Controleer of het stopcontact stroom krijgt.
  • Pagina 94 5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Tabel 5-3 Problemen met de invoertoren Probleem Oorzaak Actie Storing bij invoer. Materiaal valt niet binnen de Controleer of al het materiaal aan de opgegeven specificaties. specificaties voldoet. Raadpleeg Materiaalspecificaties voor invoertoren voor meer informatie. •...
  • Pagina 95 Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Tabel 5-3 Problemen met de invoertoren, vervolg Probleem Oorzaak Actie Systeem Dubbeldetectie ziet flap of naad • Stel het dubbeldetectievenster in op een deel van detecteert van bijlage-envelop. de envelop waar zich geen flap, naad of venster dubbele invoeren bevindt.
  • Pagina 96 5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Tabel 5-4 Problemen met het torengebied Probleem Oorzaak Actie Blokkering in Materiaal valt niet binnen Controleer of al het materiaal aan de opgegeven torengebied. de specificaties, waardoor specificaties voldoet. Raadpleeg Materiaalspecificaties voor het scheef loopt. invoertoren voor meer informatie.
  • Pagina 97 Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Tabel 5-6 Problemen met insteekgebied/envelopflapgebied Probleem Oorzaak Actie Blokkering in Omslag is scheef. Controleer de zijgeleiders; onjuiste afstelling insteekgebied of kan schuin lopen veroorzaken. envelopflapgebied; Raadpleeg Zijgeleiders van lade aanpassen storing bij insteken. voor instructies. Envelopopeners niet goed afgesteld.
  • Pagina 98 5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Tabel 5-6 Problemen met insteekgebied/envelopflapgebied Probleem Oorzaak Actie Blokkering in Envelopopeners niet goed insteekgebied afgesteld. (vervolg) of envelopflap- gebied; storing bij insteken. (vervolg) Aanbevolen afstand: 0,5 inch 0,5 inch tot 1 inch (15 tot 25 mm) (15 mm) tussen tip buitenste vinger en rand envelop.
  • Pagina 99 Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Tabel 5-6 Problemen met insteekgebied/envelopflapgebied, vervolg Probleem Oorzaak Actie • De inhoud van de Pas de aangepaste instellingen van de uitlijner aan: bijlagebundel grijpt OPMERKING: Als de inhoud van de bijlagebundel dik is en de in de zijnaad in de bundel moeilijk in een kleine envelop kan worden gestoken, zorg envelop.
  • Pagina 100 5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Tabel 5-7 Problemen de bevochtiger/uitgang poststukken Probleem Oorzaak Actie Geen seal, sealen Sealing uitgeschakeld in • Controleer de opdrachtdefinitie. mislukt, sealen niet instellingen van opdracht. • Zorg ervoor dat de sealer op AAN staat. voltooid Laag sluitstofniveau.
  • Pagina 101 Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Tabel 5-7 Problemen de bevochtiger/uitgang poststukken, vervolg Probleem Oorzaak Actie Doossluiting: materiaal Materiaal wordt niet diep Verplaats de envelopvouwlijn naar boven zodat het belemmert envelopvouw en genoeg in de envelop materiaal dieper in de envelop wordt ingestoken: veroorzaakt een plat gebied gestoken.
  • Pagina 102 5 • Onderbrekingen en storingen oplossen Tabel 5-8 Problemen met de invoer voor hoge capaciteit (HCEF) Probleem Oorzaak Actie Storing bij invoer. Enveloppen worden niet Druk op de onderkant van de stapel enveloppen of langs de achterste geleider tik hierop om de stapel langs de achterste geleider gevoerd.
  • Pagina 103 Onderbrekingen en storingen oplossen • 5 Tabel 5-9 Poststukproblemen Probleem Oorzaak Actie Verkeerd type vouw. Opdracht is niet correct Controleer de opdrachtdefinitie en voer de aanpassingen ingesteld. uit die bij de opdrachtspecificaties horen. Lengte van vouwvlak is Opdracht is niet correct Selecteer automatisch meten of voer handmatig niet correct.
  • Pagina 104 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 105: Onderhoud

    6 • Onderhoud Inhoud Routine-onderhoud ..............6-3 Dagelijkse taken ..............6-3 Bevochtigingskatoentje vervangen .........6-3 Bevochtigingsborstels vervangen ...........6-5 Rol van enveloprandmarkeerder vervangen ......6-6...
  • Pagina 106 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 107: Routine-Onderhoud

    Onderhoud • 6 Routine-onderhoud Er zijn verschillende onderhoudstaken die operators aan het systeem kunnen uitvoeren. Stel een routineonderhoudsschema op met uw leverancier. Dagelijkse taken • Verwijder alle papierresten op of om uw systeemmodulen. • Gebruik een vochtige doek om ongewenst vuil van de kleppen te verwijderen.
  • Pagina 108 6 • Onderhoud 3. Ontgrendel de kunststof vergrendelingen (aan weerszijden van het reservoir): a. Plaats de duim van uw hand op de vergrendeling aan de achterzijde van de machine (d.w.z. de vergrendeling die het verst van u verwijderd is). b. Plaats de wijsvinger van uw andere hand op de andere vergrendeling (die het dichtstbij is).
  • Pagina 109: Bevochtigingsborstels Vervangen

    Onderhoud • 6 Bevochtigingsborstels vervangen Vervang de bevochtigingsborstels als deze slijtage vertonen. Bevochtigings- borstels 1. Open de klep van het insteekgebied. 2. De oude borstels verwijderen: a. Houd de blauwe borstelhouder met één hand op zijn plaats terwijl u met de andere hand de haren van de oude borstel volledig vrij uit de houder drukt.
  • Pagina 110: Rol Van Enveloprandmarkeerder Vervangen

    6 • Onderhoud 3. De nieuwe borstels plaatsen: OPMERKING: Pas op dat u de borstelharen niet buigt of vervormt; permanente vervor- ming van de borstelharen leidt ertoe dat de enveloppen niet correct worden geseald. a. Houd de blauwe borstelhouder met één hand op zijn plaats. b.
  • Pagina 111 7 • Specificaties Inhoud Systeemspecificaties ..............7-3 Afmetingen van het systeem ..........7-3 Onderdeelkenmerken ..............7-4 Onderdeelafmetingen .............7-4 Onderdelencapaciteiten ............7-4 Scanfunctie (optioneel) ............7-6 Milieunormen ................7-6 Materiaalkenmerken van invoertoren en basis .......7-7 Algemene informatie ...............7-7 Omslagen ................7-7 Bijlagen .................7-10 Documenten ................. 7-11 Materiaalspecificaties voor documentinvoer met hoge capaciteit (HCSF) ..............7-12 Algemene informatie .............7-12 Documenten .................7-12...
  • Pagina 112 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 113: Systeemspecificaties

    Specificaties • 7 Systeemspecificaties Afmetingen van het systeem 984 mm 254 mm 851 mm 356 mm (opvangbak) 787 mm 1537 mm 368 mm Totale lengte 2261 mm 254 mm 726 mm 851 mm 787 mm 356 mm (opvangbak) 368 mm 737 mm 1537 mm Totale lengte...
  • Pagina 114: Onderdeelkenmerken

    7 • Specificaties Onderdeelkenmerken Onderdeelafmetingen Gewicht, zonder Totale lengte, hoogte verpakking Relay 2261 mm, 787 mm 148 kg 5000-toevoerstation Relay 2261 mm, 851 mm 158 kg 8000-toevoerstation Documentinvoer met 1105 mm, 726 mm 68 kg hoge capaciteit (HCSF) 432 mm, 610 mm 9,5 kg Verticale uitloopband 508 mm, 406 mm...
  • Pagina 115 Specificaties • 7 Vouwer Vouwtypen Documenten met Insteekvouw, Z-vouw, adres bovenaan enkele vouw en dubbele vouw Documenten met Insteekvouw, Z-vouw Maximum aantal adres onderaan en enkele vouw documenten per collatie: (zie Opmerkingen 80-grams hieronder) Documenten met Insteekvouw adres in het midden (zie Opmerkingen hieronder) Apparaataanpas-...
  • Pagina 116: Scanfunctie (Optioneel)

    7 • Specificaties Envelopinvoer met hoge capaciteit (HCEF) Relay 5000/6000 De HCEF zit standaard op de Relay 7000/8000 Professional-serie; voor de is de HCEF niet leverbaar. Materiaal C5-enveloppen Diepte: 89 tot 165 mm Materiaalafmetingen Breedte: 216 tot 266 mm Capaciteit...
  • Pagina 117: Materiaalkenmerken Van Invoertoren En Basis

    Specificaties • 7 Materiaalkenmerken van invoertoren en basis Om er zeker van te zijn dat het apparaat naar behoren werkt, moet al het materiaal voldoen aan de opgegeven specificaties. Invoerproblemen en hoge storingspercentages zijn vaak te wijten aan het gebruik van materiaal dat niet voldoet aan de norm.
  • Pagina 118 7 • Specificaties Definities voor envelopopeningen 135 mm Met middellijn als middelpunt 100 mm Met middellijn als middelpunt *Schema is geen weergave op schaal Afmeting Waarde Beschrijving 41 mm Maximale insteekdiepte gemeten vanaf de middellijn van executive-enveloppen. 38 mm Maximale insteekdiepte, gemeten vanaf een afstand van 135 mm, die de middellijn als middelpunt heeft.
  • Pagina 119 Specificaties • 7 Envelopformaat voor bijlagen • Enveloppen moeten minimaal 13 mm breder zijn dan de som van de maximumbreedte van de bijlagebundel en de dikte van de bundel. • Enveloppen moeten minimaal 6 mm dieper zijn dan het in te steken materiaal.
  • Pagina 120: Bijlagen

    7 • Specificaties Bijlagen Bijlagen zijn te definiëren als materiaal dat niet hoeft te worden gevouwen (eventueel voorgevouwen) voordat het in C5-enveloppen wordt gestoken. Hieronder vallen ook losse documenten, collaties van niet-gehechte documenten, bijlagen met een insteekvouw of een enkele vouw, of geprefabriceerde, ingebonden boekjes (zonder hechtmateriaal dat de rollen kan beschadigen).
  • Pagina 121: Documenten

    Specificaties • 7 Documenten Met 'Documenten' wordt het materiaal aangeduid dat moet worden gevouwen voordat het in standaard C5-enveloppen wordt gestoken. Een uitzondering geldt bij het gebruik van C4-enveloppen, waarbij documenten niet worden gevouwen. Een groep documenten wordt een 'collatie' genoemd. Materiaalsoorten Toegestane papiertypen zijn o.a.
  • Pagina 122: Materiaalspecificaties Voor Documentinvoer Met Hoge Capaciteit (Hcsf)

    7 • Specificaties Materiaalspecificaties voor documentinvoer met hoge capaciteit (HCSF) Om er zeker van te zijn dat het apparaat naar behoren werkt, moet al het materiaal voldoen aan de opgegeven specificaties. Invoerproblemen en hoge storingspercentages zijn vaak te wijten aan het gebruik van materiaal dat niet voldoet aan de norm.
  • Pagina 123: Ongeschikt Materiaal

    Specificaties • 7 Ongeschikt materiaal Verontreinigingen Er mag geen materiaal worden gebruikt dat zichtbare sporen nalaat (poeder, inkt, glazuursel). Als het boven een schone ondergrond hangt en er met een houten liniaal tegenaan wordt getikt, mogen er dus geen sporen afvallen. Speciaal materiaal •...
  • Pagina 124 Deze pagina is met opzet leeg gelaten.
  • Pagina 126 3001 Summer Street Stamford, CT 06926-0700 www.pitneybowes.com SV63136-NL Rev. B © 2015 Pitney Bowes Inc. Alle rechten voorbehouden...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Relay 6000Relay 7000Relay 8000

Inhoudsopgave