Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
Afb. 7
4 Beweeg de positioneringshendel van het kanteljuk omlaag
en maak de bevestigingsclips van de beenslips eraan vast.
Trek de clipband neerwaarts totdat de nok zich op de juiste
plaats in de clip bevindt. (Zie afb. 4)
Breng zo nodig het kanteljuk m.b.v. de afstandsbediening
omlaag. Wees voorzichtig en let erop dat dit de cliënt niet
raakt. Laat in dat geval de knop op de afstandsbediening los.
OPMERKING
Als u de knop op de afstandsbediening tijdens
het omhoog of omlaag brengen loslaat, stopt
de elektrische beweging onmiddellijk.
5
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de cliënt valt, moet u erop
letten dat de tilbandclips en -lussen vóór
en tijdens de tilhandeling goed vastzitten.
Beweeg de cliënt met de afstandsbediening omhoog en rijd
de lift weg van de stoel. Beweeg de positioneringshendel
voorzichtig omhoog totdat de cliënt zich in een achterover
gekantelde positie bevindt, waarbij zijn hoofd wordt
ondersteund. Dat is de meest comfortabele positie om
de cliënt in te verplaatsen, omdat zo de druk op de dijbenen
van de beenslips wordt verminderd. De hellingshoek
is instelbaar, zodat u iets aan het comfort kunt doen
als de cliënt niet prettig ligt. (Zie afb. 5).
6 Draai de cliënt vóór verplaatsing met het gezicht naar u toe
op normale stoelhoogte. Dat creëert zekerheid en een
gevoel van veiligheid én de stabiliteit van de Maxi Twin-lift
wordt erdoor vergroot. (Zie afb. 6)
7 Voordat u de cliënt gaat verplaatsen, mag u niet vergeten de
remmen te ontgrendelen als die zijn gebruikt. Sluit de poten
van het onderstel om het manoeuvreren te vereenvoudigen.
De cliënt weer in een stoel laten zakken of een
transfer van een bed naar een stoel.
Zorg er bij terugkeer naar een stoel voor dat de poten van
de lift om de poten/wielen van de stoel zijn gepositioneerd.
(Zie afb. 7)
Gebruik de handgrepen van de lift om de cliënt boven de stoel
te positioneren. Trek NIET aan de tilband. De cliënt in de
tilband moet steeds in het zwaartepunt blijven. (Zie afb. 5).
Gebruik de afstandsbediening om de cliënt te laten zakken.
Om verdere tilhandelingen te voorkomen, beweegt u de
positioneringshendel omlaag om de cliënt in een goede zittende
houding te plaatsen. Duw de hendel niet te snel omlaag, omdat
daardoor het hoofd van de cliënt naar voren zou kunnen komen.
23