1.
Monteer aan alle verbindingspunten boven de dakpan
klemmen (1).
2.
Monteer een leidinghouder (2) aan de leiding boven het
dak.
3.
Verbind deze leidinghouder door plaatjes (4) of kabels
met de dakconstructie.
9.3.11 Verlengstuk inkorten
2
1.
Trek de rookgasbuis (2) uit de buitenbuis (1).
2.
Verkort de rookgasbuis en buitenbuis in een rechte
hoek aan de gladde zijde op dezelfde hoogte.
–
Verkort rookgasbuis en buitenbuis aan de van de
mof afgekeerde zijden.
3.
Schuif de rookgasbuis (2) opnieuw in de buitenbuis (1).
Waarschuwing!
Risico op verwondingen door onderdelen
die naar beneden vallen!
De buitenbuis de inkortbare verlengstuk heeft
aan de onderkant geen rib. De klem kan het
leidingsysteem niet stabiliseren.
▶
Plaats een bijkomende leidinghouder voor
de buitenmuur, zodat het systeem niet
door windlasten losgemaakt kan worden.
4.
Plaats net boven het verkorte verlengstuk een extra
buishouder voor de buitenmuur.
10 Systeem ⌀ 130 mm in de schacht
monteren
Montageaanwijzingen
Schachtafmetingen voor de inbouw van de basisset
0020042762:
–
min. 170 mm x 170 mm
–
min. ⌀ 190 mm
0020149602_03 Montagehandleiding
Systeem ⌀ 130 mm in de schacht monteren 10
▶
Monteer in de opstellingsruimte van de producten voor
testdoeleinden minstens een revisie-T-stuk in de rook-
gasleiding.
▶
Gebruik de in de leveringsomvang voorhanden
beschermbuis voor de schachtdoorbraak.
–
De rookgasbuizen mag u niet inmetselen.
10.1
Basissets voor de schachtinbouw monteren
1.
Leg de montageplaats van de VGA in de schacht vast.
–
Verval van de rookgasgeleiding naar de schacht
toe: min. 3°
2.
Boor een doorbraak die groot genoeg is zodat er vol-
doende plaats voor de montage voorhanden is.
3.
Boor een gat in het midden in de achterste schacht-
wang.
1
–
Diameter: 10 mm
10.1.1 Steunbochtstuk monteren en rookgasbuizen
in de schacht plaatsen
1.
Plaats de steunbocht met de steunrail (5) zodanig dat
de rookgasbuis in het midden in de schacht ligt.
2.
Schuif afstandshouders (3) op de rookgasbuizen.
–
Afstand tussen de afstandshouders: ≤ 4 m
3.
Laat de eerste rookgasbuis (4) met behulp van een
kabel (2) zakken tot u de volgende rookgasbuis (1) kunt
plaatsen.
–
De kant met de moffen van de rookgasafvoerbuizen
moet altijd naar boven wijzen.
4.
Herhaal het in elkaar steken van de buizen tot u de
onderste buis in het steunbochtstuk kunt steken.
5.
Als de rookgasleiding vanuit de schachtmonding niet
gecontroleerd kan worden, monteer dan op een ge-
schikte plaats een revisie-T-stuk (art.-nr. 0020042764).
Voorwaarden: Bochten in de schacht vereist
▶
Monteer 15°- of 30°-bochtstukken (art.-nr. 0020042768
en 0020042767).
6.
Monteer na elke bocht een revisie-T-stuk zo dicht mo-
gelijk bij de bocht.
1 1
1 2
1 3
1 4
1 5
29