5
Afstandshouder
6
Revisieopening
Systeem
Minimale schachtafmetingen
rond
⌀ 160 mm
⌀ 220 mm
⌀ 200 mm
⌀ 260 mm
⌀ 250 mm
⌀ 310 mm
▶
Leg de montageplaats van de VGA in de schacht vast.
9.1.1
Steunbochtstuk monteren
1.
Controleer of de steunrail lang genoeg is. Er zijn ook
steunrails met een lengte van 500 mm.
2.
Plaats het steunbochtstuk (2) met de steunrail (1) zoda-
nig dat de rookgasbuis in het midden in de schacht ligt.
3.
Richt de opening van het U-profiel van de steunrail om
stabiliteitsredenen naar onderen.
4.
Monteer de rookgasleiding op een steunbuis (optio-
neel). (→ Pagina 23)
9.1.2
Steunbuis en steunbocht monteren
(optioneel)
1
1.
Zaag de rookgasbuis (1) aan de markering (2) door.
2.
Schuif de afgezaagde mof (3) omgedraaid opnieuw op
de rookgasbuis.
6
5
4
3.
Pas de lengte van de steunbuis tussen schachtbodem
en steunbocht aan.
4.
Monteer afstandshouders (5) op de steunbuis.
5.
Plaats de steunbuis (4) met de afgezaagde mof naar
boven op de schachtgrond.
6.
Plaats het steunbochtstuk (6) op het steunbochtstuk (4).
0020149602_03 Montagehandleiding
Systemen ⌀ 160, 200, 250 mm monteren 9
7
Kabel
hoekig
200 mm x 200 mm
240 mm x 240 mm
290 mm x 290 mm
2
9.1.3
Afstandshouders monteren
Geldigheid: Systeem ⌀ 160 mm
1.
Steek de verschillende delen van de benodigde af-
standshouders in elkaar.
2.
Schuif de afstandshouders op de VGA.
–
Afstand tussen de afstandshouders: ≤ 2 m
9.1.4
Rookgasbuizen in de schacht plaatsen
1.
Monteer aan het onderste einde van de eerste rook-
gasbuis (3) de montagehulp (4) (→ basissets voor de
schachtinbouw monteren).
2.
Bevestig een kabel aan de montagehulp.
3.
Zorg ervoor dat de mofzijde van de rookgasbuis naar
boven wijst.
4.
Laat de eerste rookgasafvoerbuis (3) met behulp van
de kabel (7) zakken tot u de volgende rookgasbuis (6)
3
kunt plaatsen.
5.
Steek de volgende rookgasbuis tot aan de aanslag in
de mof van de eerste rookgasbuis.
6.
Steek zo vaak een bijkomend buis erop tot u de onder-
ste buis in het steunbochtstuk kunt steken.
7.
Maak de kabel van de montagehulp los.
–
U kunt hiervoor door de schachtopening grijpen.
9.1.5
Revisieopeningen en bochten monteren
1.
Als de rookgasleiding vanuit de schachtmonding niet
gecontroleerd kan worden, monteer dan op een ge-
schikte plaats een revisieopening.
2.
Als afbuigingen in de schacht vereist zijn, dan monteert
u 15°- of 30°-bochten.
3.
Installeer na elke bocht een revisieopening zo dicht
mogelijk bij de bocht.
9.1.6
Schachtkap monteren
4
300 mm
100 mm
Opgelet!
Gevaar voor schade door roetbrand in
naburige schoorsteen!
De monding van de rookgasleiding kan door
warmte-inwerking van de aangrenzende
schoorsteen beschadigd worden.
1
2
3
23