9.2.2
Edelstalen dakdoorvoer monteren
3
1
Dakdoorvoering
2
Schuine dakpan
1.
Plaats de dakdoorvoer (1) op de schuine dakpan (2) of
op de plakplaat van het platte dak.
2.
Monteer alle rookgascomponenten boven het dak (ver-
lengstukken, mondingsstuk, klemmen).
3.
Monteer de bevestigingsklem van de dakdoorvoer (3)
aan het dakspant of het plafond.
4.
Neem voor het bereik boven het dak het hfdst. Rook-
gasleiding aan de buitenwand monteren (→ Pagina 25)
in acht.
5.
Monteer de dakdoorvoer (zwart) (→ Pagina 24)
9.3
Rookgasleiding aan de buitenmuur
monteren
Voor de montage van de rookgasleiding aan de buiten-
muur boort u eerst het gat in de buitenmuur en monteert
u de steunconsole. Daarna monteert u de leiding aan de
buitenmuur.
▶
Leg voor het begin van de montage het verloop van de
rookgasleiding alsook het aantal en de positie van de
leidinghouders vast.
0020149602_03 Montagehandleiding
Systemen ⌀ 160, 200, 250 mm monteren 9
1
2
3
Bevestigingsklem
9.3.1
Systeemweergave
5
11
1
Mondingsstuk
2
Klem
3
Dakdoorvoering
4
Spantklem
5
Schuine dakpan
6
Verlengstuk
9.3.2
Statische maatgegevens
Gevaar!
Risico op verwondingen door onderdelen
die naar beneden vallen!
Bij het overschrijden van de statische waar-
den kan de verbrandingsgasafvoer mecha-
nische schade oplopen. In extreme gevallen
kunnen er onderdelen van de muur vallen en
daarmee mensen in gevaar brengen.
▶
Houd tijdens het monteren de statische
waarden in acht.
▶
Maak minstens elk ander verlengstuk met
een buisklem vast aan de buitenmuur.
▶
Gebruik bij gevels met samengestelde
systemen voor thermische isolatie evt.
daarvoor toegestaan bevestigingsmiddel
om de verbrandingsgasleiding veilig met
het bouwwerk te verbinden.
1
2
3
4
6
7
8
9
10
7
Leidinghouder
8
Revisieopening
9
Steunbocht
10
Steunconsole
11
Verlengstuk binnen
25