Maritieme modus: geavanceerde configuratie
De opties voor actieve tracks configureren
Tik in het startscherm op
Informatie
Actieve
trackopties.
Opslagmodus: kies Uit,
Vul
of Vervangen.
• Uit: er wordt geen track vastgelegd.
• Vul: het logboek met tracks wordt bijgehouden tot het geheugen vol is.
• Vervangen: het logboek met tracks wordt continu bijgehouden, waarbij de
oudste trackgegevens worden vervangen door nieuwe gegevens.
Interval: de frequentie waarmee de track wordt vastgelegd. Vaak registreren
is nauwkeuriger maar hierdoor raakt het logboek met tracks wel sneller vol.
• Interval: geef aan of de interval moet worden bepaald door afstand, tijd of
resolutie. (Tik op
Wijzig
om de gewenste waarde in te stellen.)
◦ Afstand: hiermee wordt de track vastgelegd op basis van een afstand
tussen twee punten.
◦ Tijd: hiermee wordt de track vastgelegd op basis van een tijdsinterval.
◦ Resolutie: hiermee wordt de track vastgelegd op basis van een
afwijking van de koers. Deze instelling wordt aanbevolen omdat
zo het geheugen op de meest efficiënte wijze wordt gebruikt. De
afstandswaarde (Wijzig) is de maximaal toegestane foutwaarde van
de werkelijke koers voordat er een trackpunt wordt geregistreerd.
52
>
Gebruikersgegevens
>
Tracks
>
• Wijzig: de waarde voor de interval instellen.
Trackkleur: de kleur voor de tracklijn instellen.
Het scherm Cijfers configureren
Dashboard
Tik vanuit het startscherm op
1. Selecteer het aantal velden dat u op het scherm Cijfers wilt weergeven.
Het scherm Cijfers wordt weergegeven en u kunt de gegevensvelden
aanpassen.
2. Tik op het gegevensveld dat u wilt aanpassen.
3. Tik op het type gegevens dat u in het geselecteerde gegevensveld wilt
weergeven.
4. Herhaal stap 3 en 4 tot alle gegevensvelden de gewenste informatie
bevatten.
5. Tik op OK.
GPSMAP 620 en GPSMAP 640 - Gebruikershandleiding
Cijfers
Menu
> Configureer.
>
>