Inhoudsopgave
1
2
3
Ingebruikname ................................................................ 5
4
Bediening ........................................................................ 6
4.1
4.2
4.3
5
6
Onderhoud ..................................................................... 10
6.1
Batterijen ........................................................................ 10
6.2
Behuizing ........................................................................ 10
7
8
9
1
Veiligheidsrichtlijnen
Algemeen
De draaiveldrichtingaanwijzer is overeenkomstig de veilig-
heidsbepalingen IEC 61010-1 / DIN EN 61010-1 /
VDE 0411-1 geconstrueerd en getest. Wanneer het instru-
ment op de voorgeschreven manier wordt gebruikt, is
zowel de veiligheid van degene die het instrument bedient,
als de veiligheid van het instrument zelf gewaarborgd.
Deze veiligheid kan niet worden gegarandeerd, wanneer
het instrument onkundig of onachtzaam wordt gebruikt.
Om de veiligheidstechnisch perfecte staat te handhaven en een
veilig gebruik te kunnen garanderen, is het noodzakelijk dat u,
voordat u het instrument in gebruik neemt, de gebruiks-
aanwijzing zorgvuldig en in zijn geheel leest en deze op alle
punten opvolgt.
Reparatie en het vervangen van onderdelen
Bij het openen van het instrument kunnen spanningvoe-
rende delen worden blootgelegd. Voor een reparatie of het
vervangen van onderdelen moet het instrument worden
losgekoppeld van het meetcircuit c.q. het te meten object.
GMC-I Messtechnik GmbH
pagina
GB
3