Naam van de onderdelen
■ Optionele accessoires
• Voor deze binnenunit is er minstens een van de afstandsbedieningen nodig.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
■ Buitenunit
9
Buitenunit
■
5. Luchtinlaat: (rug en zijkant)
6. Koelmiddelleiding en kabel tussen units
7. Afvoerslang
Voor enkele modellen kan het uiterlijk van de buitenunit verschillen.
Opmerking:
■
• Als u de airconditioner gedurende een lange periode niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst,
zet dan de onderbreker UIT.
•
Gebruik de airconditioner onder de volgende omstandigheden.
MODUS
Buitentemperatuur:
KOELEN
Binnentemperatuur:
Vochtigheid binnen:
Buitentemperatuur:
VER-
WARMEN
Binnentemperatuur:
• Bedrijf buiten dit vochtgehalte of temperatuurbereik kan er voor zorgen dat de veiligheidsinrichting
het systeem uitschakelt.
5
Bedrijfsomstandigheden
<2MXS> 10-46°C
<3/4/5MXS> -10-46°C
<RXS> -10-46°C
18-32°C
max. 80%
<2/3/4/5MXS> -15-24°C
<RXS> -15-24°C
10-30°C
8. Aardingsaansluitpunt:
• Deze zit achter dit deksel.
9. Luchtuitlaat
Als de werking buiten dit bereik verder gaat
• Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn
om het bedrijf te stoppen. (In een multi-
systeem kan deze helpen om alleen het
bedrijf van de buitenunit te stoppen.)
• Er kan condensatie op de binnenunit
voorkomen en het kan gaan druppelen.
• Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn
om het bedrijf te stoppen.
Afstands-
bediening
6
7
8
6