Cirrus G5 Base
4.13 Op of afgaan van obstakels,
trappen
Als de rolstoel wordt opgetild terwijl de
gebruiker erin blijft zitten, moeten de
aanbevolen tilpunten worden gebruikt. Deze
staan op de rolstoel aangegeven.
De kruisstang
op de rugleuning en het
zitframe
vormen de tilpunten.
Om een betere tilpositie te hebben, kunnen
begeleiders de zijde waar ze tillen, afwisselen.
Waarschuwing!
Til de rolstoel niet op aan:
•
De armsteunen
•
De hoekverstelbare beensteunen
•
De bevestigingen van de beensteunen
•
De hoekverstelbare duwstang
4.14 Op of afgaan van obstakels
Stoepranden
Klap, als het nodig is, de anti-tip omhoog of
naar binnen.
Wanneer u een stoep op of af gaat, plaatst u
één voet op één van de trapdoppen
u met de duwstang stuurt. Kantel, waar nodig,
de rolstoel naar achteren om ruimte te krijgen
tussen het obstakel en de beensteunen.
Steil terrein
Wanneer de rolstoel regelmatig in heuvelachtig
terrein wordt gebruikt, adviseren we, waar van
toepassing, een aparte rem voor de begeleider
te installeren.
terwijl
Gebruik van het ortheseonderstel
17
19
20