16
Gebruik van het ortheseonderstel
4.12 Verplaatsing in en uit de
rolstoel
•
Activeer de remmen
•
Zwenk de beensteunen naar buiten of
verwijder ze.
•
Kantel de rolstoel voorwaarts
•
De gebruiker kan nu in of uit de rolstoel
worden verplaatst door hem/haar handmatig
of met een personenlift in of uit de rolstoel te
tillen. Wanneer de gebruiker kan staan, kan
hij/zij voorwaarts uit de rolstoel komen.
Voor zijwaartse verplaatsing moet de armsteun
omhoog worden geklapt of worden verwijderd.
Cirrus G5 Base
16
17
18