6.2
Lengte van de tussenas aanpassen
LET OP
Trekkerwissel
Wanneer de tussenaslengte bij een trekkerwissel niet wordt gecontroleerd, kan er schade aan
de machine ontstaan.
Om schade aan de machine te vermijden, bij iedere trekkerwissel de tussenaslengte
controleren en evt. corrigeren,
KSG000-005
De machine aan de trekker zonder tussenas vastkoppelen.
Bij de uitvoering "Aankoppeling onderste hefarmen": de machine in de transportstand
zetten.
Bij de uitvoering "Kogelkop-trekhaak": de machine in de werkstand zetten.
Het stuur van de trekker volledig naar links of rechts draaien en met de trekker en de
machine zo ver naar voren rijden tot de nauwste stand bij het rijden door de bocht is bereikt.
De machine in de voor de tussenas kortste positie brengen, evt. hefarm neerlaten. De
kortste positie wordt bereikt als de aftakasstomp van de trekker horizontaal op gelijke
hoogte met de aandrijftap van de machine is.
WAARSCHUWING! Beknellingsgevaar door de steunvoet! Handen en voeten op een
afstand van de gevarenzone van de steunvoet houden.
De machine op de steunvoet neerzetten.
De trekker uitschakelen en contactsleutel eruit trekken en meenemen.
De machine en de trekker tegen wegrollen beveiligen.
De tussenas uit elkaar trekken.
Bij de uitvoering "Aankoppeling onderste hefarmen": de tussenashelft er met de
groothoekkoppeling (1) aan machinezijde en de andere tussenashelft (2) er aan trekkerzijde
opsteken.
Bij de uitvoering "Kogelkop-trekhaak": de tussenashelft er met de groothoekkoppeling (1)
aan trekkerzijde en de andere tussenashelft (2) er aan machinezijde opsteken.
Let op de merktekens op de tussenas.
Zie voor de verdere werkwijze de handleiding van de fabrikant van de tussenas.
Nadat de lengte werd aangepast, bij rechtdoor rijden controleren of de overlapping van de
tussenas voldoende is (de overlapping moet minstens 300 mm bedragen).
Swadro TC 1370
Originele handleiding 150001173_02_nl
Lengte van de tussenas aanpassen
zie
Pagina 47.
Eerste inbedrijfstelling
6
6.2
47