De airconditioners maken lawaai
Na het opstarten van de unit hoort u een "rinkelend" geluid.
U hoort de temperatuurregeling in werking. Na ongeveer een
minuut wordt het stiller.
Er is een constant sissend geluid hoorbaar als het systeem
KOELT of ONTDOOIT.
Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel de binnen- als
buitenunits stroomt.
Er is een sissend geluid hoorbaar bij het starten of meteen na
het stoppen van de werking of het ONTDOOIEN.
Dit is het geluid van koelmiddel, veroorzaakt door het stoppen
en veranderen van de stroom.
Er is een voortdurend laag gesis te horen wanneer het systeem
in de KOELEN STAND is of wanneer het stopt.
Het geluid is te horen wanneer de afvoerpomp in bedrijf is.
Er is een piepgeluid te horen wanneer het systeem in bedrijf is of
nadat het systeem is gestopt.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzetten en inkrimpen van
plastic onderdelen.
Stof van de units
Wanneer het systeem gestart wordt nadat het langere tijd niet in
gebruik is geweest, kan er stof uit de unit worden geblazen. Stof
dat in de unit terecht is gekomen wordt naar buiten geblazen.
De units geven een geur af
De unit neemt de geur van de kamer, de meubelen, sigaretten,
enz. op en geeft ze dan weer vrij.
Op het lcd-scherm van de afstandsbediening verschijnt "
Dit komt voor meteen nadat de hoofdvoeding is ingeschakeld.
Dit betekent dat de afstandsbediening in normale werking staat.
Dit blijft een tijdje zo.
Storingen opsporen en oplossen
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
Het
systeem
moet
worden
servicetechnicus.
WAARSCHUWING
Wanneer er een probleem met de airconditioner is
(verbrande geur, enz.), moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en contact opnemen met uw dealer.
Wanneer u de unit in dergelijke omstandigheden toch
verder blijft gebruiken, kan ze beschadigd raken of is een
elektrische schok of brand mogelijk.
Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of
aardlekschakelaar geregeld in werking wordt gesteld of als de
AAN/UIT-schakelaar niet naar behoren functioneert.
Maatregel: Schakel de hoofdvoeding uit.
Als water uit de unit lekt.
Maatregel: Stop de werking.
Als op het scherm "
WERKING-lampje knipperen en het "STORINGSNUMMER"
verschijnt.
Maatregel: Verwittig uw dealer en zeg hem of haar wat op het
scherm verschijnt.
Als het systeem niet goed werkt, behalve voor de bovenvermelde
gevallen, en geen van de vermelde storingen van toepassing is, dient
u de volgende procedures te volgen om na te gaan wat er misloopt.
Gebruiksaanwijzing
6
hersteld
door
een
bevoegd
" (INSPECTIE), "
" en het
Indien het systeem helemaal niet werkt.
Controleer of er een stroompanne is.
Wacht totdat de voeding is hersteld. Indien er zich tijdens de
werking van het systeem een stroomstoring voordoet, start het
systeem weer vanzelf, onmiddellijk nadat de stroom hersteld is.
Controleer of er een zekering is doorgebrand of dat er een
probleem is met een onderbreker. Vervang de zekering of stel
de onderbreker opnieuw in.
Het systeem stopt nadat de werking is beëindigd.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buiten- of
binnenunit geblokkeerd is door een voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat de lucht vrij kan
stromen.
Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Vraag een bevoegd servicetechnicus om de luchtfilters te
reinigen.
Het systeem werkt, maar koelt of verwarmt onvoldoende.
Indien de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen- of buitenunit
geblokkeerd is door een voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat de lucht vrij kan
stromen.
Indien het luchtfilter verstopt is.
Vraag een bevoegd servicetechnicus om de luchtfilters te
reinigen.
Indien de ingestelde temperatuur niet correct is. (Raadpleeg de
handleiding van de afstandsbediening)
De BESTURING-toets voor de VENTILATORSNELHEID is
"
ingesteld op LAGE SNELHEID. (Raadpleeg de handleiding van
de afstandsbediening)
Indien de luchtstroomhoek niet correct is. (Raadpleeg de
handleiding van de afstandsbediening)
Indien de deuren en ramen open zijn. Sluit de deuren of ramen
om te voorkomen dat de wind naar binnen waait.
Indien rechtstreeks zonlicht de kamer binnen komt (tijdens
koeling).
Gebruik gordijnen of jaloezieën.
Wanneer er teveel mensen in de kamer zijn. De koelwerking
vermindert wanneer er teveel warmte in de kamer wordt
gegenereerd.
Indien de warmtebron in de kamer te hoog is (tijdens koeling).
De koelwerking vermindert wanneer er teveel warmte in de
kamer wordt gegenereerd.
Vereisten inzake het wegdoen
Het ontmantelen van de unit, behandelen van het koelmiddel, olie en
andere onderdelen moet gebeuren in overeenstemming met de
relevante lokale en nationale wetgeving.
Uw airconditioningproduct draagt dit symbool. Dit
betekent dat u geen elektrische en elektronische
producten
huishoudelijk afval.
Probeer het systeem niet zelf te ontmantelen: het ontmantelen van
het airconditioningsysteem en het behandelen van het koelmiddel,
olie en andere onderdelen moeten gebeuren door een bevoegd
monteur in overeenstemming met de relevante lokale en nationale
reglementeringen.
Airconditioners moeten bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld voor hergebruik, recyclage en terugwinning. Door
ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier wordt
weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid. Voor
meer informatie, gelieve contact op te nemen met de monteur of de
lokale overheid.
De batterijen moeten uit de afstandsbediening worden verwijderd en
afzonderlijk opgeruimd in overeenstemming met de relevante lokale
en nationale reglementeringen.
mag
mengen
met
niet-gesorteerd