Parallel (2-pijps)
Beugelafstanden bij parallel aangesloten rookgasafvoer en luchttoevoer
Concentrisch
Beugelafstanden bij concentrisch aangesloten rookgasafvoer en luchttoevoer
Aansluiten en beugelen
Een rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem moet altijd voorzien zijn van voldoende
afsteuning tegen de wand of dak door middel van beugels.
-
Fixeer altijd iedere bocht om of nabij de mof met een montagebeugel.
Enige uitzondering: de eerste mof vanaf de ketel indien beide pijpen korter zijn dan 25 cm.
Plaats de eerste beugel op maximaal 50 cm vanaf de ketel.
-
Bij buislengten van meer dan 1 meter: plaats een niet-fi xerende beugel tussen de
fi xerende beugels.
-
Maximale beugelafstand horizontale en 45° hellende leidingen: 1 meter
Maximale beugelafstand verticale leidingen: 2 meter
Bij schachtenaansluiting:
-
Controleer of de leidingen behorende bij de schacht niet geblokkeerd en niet beschadigd
zijn.
UITSLUITEND VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR
Figuur 6.10.b
Figuur 6.10.c
33