Opmerking:
Wij raden aan minstens 5 meting door te voeren op het testblok en hieruit de gemiddelde waarde
over te nemen. Deze gemiddelde waarde dient binnen de aangegeven toleranties te liggen, Is dit niet
het geval, dan dient het apparaat opgestuurd te worden ter kalibratie. Neem hiervoor contact op
met uw leverancier.
9.3 Meting
Schakel het apparaat in met de ON/OFF-toets. Het volgende scherm verschijnt op het display:
Het apparaat schakelt automatisch naar de meetmodus.
Schuif de laadschuif naar onderen, om de indenter te spannen. Plaats het apparaat nu met de ring op
het meetoppervlak. De slagrichting dient verticaal tot het testoppervlak te zijn. Zorg ervoor, dat het
apparaat goed vast op het testoppervlak gedrukt wordt en druk hierna op de trigger, om een meting
door te voeren. Voer 5 metingen door per meetpunt. de afwijking van de gemiddelde waarde mag
niet hoger zijn dan weergegeven in de tabel uit hoofdstuk 9.2.
De afstand tussen twee meetpunten en tussen een meetpunt en de rand van het testobject dient
overeen te komen met onderstaande tabel.
Indenter Type
D
9.4 Weergave van het meetresultaat
−
De hardheidswaarde wordt weergegeven in een hardheidseenheid, bijv. HL (Hardheid Leeb),
met daarbij het type slaglichaam. zo betekent het meetresultaat 700 HLD, dat er een Leeb-
hardheid gemeten is van 700, met een type D indenter.
−
Bij de andere hardheidseenheden wordt de waarde omgerekend vanuit de HL-waarde. Zo
betekent het meetresultaat 400 HVHLD, dat er een Vickers-hardheid (HV-Hardheid Vickers)
gemeten is, welke omgerekend is vanuit de HL-waarde, met een type D indenter.
9.5 Hardheidsschalen
Niet alle materialen kunnen in iedere hardheidsschaal omgerekend worden. Bij de meting van een
nieuw materiaal wordt de waarde automatisch weergegeven in HL. Daarom dient bij de instelling van
de meetparameter eerst het materiaal geselecteerd te worden en daarna pas de hardheidsschaal.
GEBRUIKSAANWIJZING Hardheidsmeter PCE-950
PCE950
Hardness Tester
Afstand tussen het midden van
het ene meetpunt en het
midden van het andere
meetpunt
≥ 3 mm
Afstand tussen het midden van
het meetpunt en de rand van
het testobject
≥ 5 mm
14