9 Bediening
9.1 Voorbereiding
−
Het meetoppervlak dient glad, vlak, schoon en vrij van olie te zijn. Wanneer het oppervlak te
ruw is, kan dit leiden tot meetfouten.
−
Bij gebogen oppervlakken dient u er op te letten dat het oppervlak glad is. Is de
krommingradius R van het testobject kleiner dan 30 mm, dan dient u een steunring te
gebruiken.
−
Wanneer het testobject magnetisch is, kan dit het meetresultaat vervalsen.
−
Bij testobjecten met een gewicht hoger dan 5 kg is geen aanvullend ondersteunend
oppervlak noodzakelijk.
−
Testobjecten met een dunne wandsterkte en objecten met een gewicht tussen 2-5 kg
hebben een ondersteunend oppervlak nodig van minimaal 5 kg. Deze ondersteuning moet
goed vast gekoppeld worden met het testobject, om vervorming of vibraties door de
inwerking van de indenter te vermeiden.
−
Testobjecten met een gewicht lager dan 2 kg, dienen eveneens gekoppeld te worden aan een
ondersteunende ondergrond met een gewicht van min. 5 kg. Het koppelvlak tussen
testobject en ondersteuning dient vlak en glad te zijn. Op de koppelvlakken dient voldoende
koppeling pasta aangebracht te worden, echter niet overmatig veel.
−
Het testobject dient een minimaal gewicht te hebben van 100 g en een minimale dikte van 3
mm.
−
De doorhardingsdiepte van verharde onderdelen dient minimaal 0,8 mm te bedragen.
−
Om meetfouten te vermeiden, dient het meetoppervlak glad gepolijst te zijn met een max.
ruwheid van Ra < 2 μm of Rz < l0 μm.
9.2 Controleren van de nauwkeurigheid
Gebruik een standaard Leeb hardheidsblok om de nauwkeurigheid van de draagbare durometer te
controleren. De meetfout en herhaalbaarheid dienen niet hoger uit te komen dan de waarden uit
onderstaande tabel.
Nr.
Type
Hardheidswaarde
indenter
standaard Leeb testblok
1
D
760±30HLD
530±40HLD
GEBRUIKSAANWIJZING Hardheidsmeter PCE-950
Meetnauwkeurigheid
±6 HLD
±10 HLD
13
Herhaalbaarheid
6 HLD
10 HLD