Kaarten gebruiken
Toegang tot overige objectinformatie
Met de kaartwijzer ( ) kunt u informatie weergeven over kaartitems,
waypoints en kaarten op het scherm.
Toegang tot overige objectinformatie:
1. Markeer met de kaartwijzer een item op de navigatiekaart en druk op
SELECT.
Geselecteerd item
2. Selecteer het item. Selecteer
er meerdere items in het gebied voorkomen.
Herzie
en selecteer het gewenste item als
Informatie van het getijdenstation weergeven
Informatie van het getijdenstation wordt op de kaart weergegeven door een
gedetailleerd pictogram dat het relevante getijdenniveau laat zien. U kunt
een uitgebreide grafiek voor een getijdenstation weergeven die u helpt het
getijde voor verschillende tijdstippen of dagen te voorspellen.
Markeer een getijdenstationpictogram (
druk op SELECT.
Zie
pagina 32
voor meer informatie over getijden.
De navigatiekaartinstellingen wijzigen
Om de kaartinstellingen te wijzigen, selecteert u in het beginscherm
Kaarten
>
Navigatiekaart
>
foto: hiermee stelt u de satellietbeelden met een hoge resolutie in op
Uit, alleen land of aan. Satellietbeelden met hoge resolutie zijn alleen
beschikbaar als u beschikt over een BlueChart g2 Vision SD-kaart.
getijde/stromingen: hiermee schakelt u de getijden en stromingen in of uit
(pagina
32).
Servicepunten: hiermee schakelt u maritieme servicepunten in of uit.
Kompasroos: hiermee geeft u een kompasroos weer rond uw boot
waarmee u de kompasrichting aangeeft. De ware of schijnbare windrichting
wordt weergegeven als het toestel is aangesloten op een compatibele
maritieme windsensor.
GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding
) met de kaartwijzer (
MENU
> Kaartinstelling.
) en