C
2. Display
1
2
3
11
10
9
8
7
1
Batterij indicator
Bewegingscontrole
2
Polssignaal display of
3
onregelmatige pols
4
SYS = systole
DIA = diastole
5
PUL 1/min = pols
6
Polsfrequentie per minuut
DE-10
Het apparaat gebruiken
4
5
6
7
Gebruiker
Geheugenplaats
8
of datum/tijd
9
Polsdrukcontrole
10
Manchetcontrole
WHO classificatie
11
(bladzijde 17)
Het apparaat gebruiken
3. Belangrijke gebruiksinformatie
De meetresulaten van automatische bloeddrukmeters kunnen
worden beinvloed door de meetlocatie, lichaamsbouw, geleverde
inspanningen en de algemene fysische conditie. Let alstublieft op
de gebruikersinformatie om juiste waardes te verkrijgen.
•
Gebruik minimaal een uur voor het meten geen alcohol, caf-
feine of nicotine.
•
Rust minimaal 5 minuten voor het meten, oplopend tot een
uur als u fysieke inspanningen hebt verricht.
•
Maak de pols vrij, in geen geval mag kleding de bloedstroom
naar of van de arm hinderen aangezien dit invloed heeft op
de bloeddruk tijdens het meten en kan leiden tot incorrecte
waardes.
•
Beweeg of praat niet tijdens het meten.
•
Adem langzaam en diep. Hou uw adem niet in.
•
Kijk op het display voor onregelmatige polssignalen, indien
nodig herhaal het meten wanneer de omstandigheden zijn
verbeterd.
•
Om meetverschillen uit te sluiten en om vergelijkbare mee-
tresultaten te verkrijgen is het belangrijk om steeds te meten
aan dezelfde arm. Bespreek met uw arts welke deze voor u
aanbeveelt.
•
Neem uw dagelijkse bloeddrukmeting altijd rond dezelfde
tijd.
•
Bloeddruk fluctueert, binnen een paar minuten kan het meer
dan 20 mmHg schommelen.
C
DE-11