6.4
O
PTIONELE EXTERNE SENSOR AANSLUITEN
Als voor de meting een externe ultrasone of niet-ultrasone sensor vereist is, wordt
deze aangesloten op de overeenkomstige connector.
Connector voor externe sensor.
6.5
T
AAL KIEZEN
1.
Kies het hoofdmenu met
2.
Als Opties... geselecteerd is, drukt u op
3.
Selecteer Taal... met
4.
Kies de taal met
5.
Druk op
om terug te keren naar het hoofdmenu.
6.6
F
REQUENTIEBAND KIEZEN
In deze positie kan de SDT 170 niet gebruikt worden om te meten of om
gemeten waarden op te slaan. Men kan de SDT 170 enkel gebruiken om
naar geproduceerde ultrasonen te luisteren.
Als de standaard frequentieband (38,4 kHz) voldoende is, gaat u naar punt 6.7 Als
dit niet het geval is, kiest u als volgt een andere frequentieband:
1.
Kies het hoofdmenu met
2.
Selecteer Opties... met
3.
Selecteer Sensor setting met
4.
Selecteer Select freq met
.
of
en druk op
of
en druk op
.
of
en druk op
of
of
en druk op
26
.
.
.
.
.
en druk op
.
034