12.a.3
CONFIG : CTRL
(Bedieningsschakelaar / sensor)
Geeft de verschillende configuratie parameters weer voor
de verschillende bedieningen in het netwerk. Bv.: Node 4,
Node 5,... Bedieningsschakelaars hebben volgende instellingen:
M A N UAL 1
•
Ventilatiedebiet voor de manuele stand met
1 golfje (standaard = 10% voor afvoer en 0% voor rooster)
M A N UAL 2
•
Ventilatiedebiet voor de manuele stand met
2 golfjes (standaard = 50%)
M A N UAL 3
•
Ventilatiedebiet voor de manuele stand met
3 golfjes (standaard = 100%)
M A N TIME
•
Tijd vooraleer een sensor terugkeert naar
de automatische mode (standaard = 15 min. voor afvoer en
8 uur voor toevoer)
R H S ETP
•
Setpoint voor de eventueel aanwezige rela-
tieve vochtigheidssensor in de bediening (standaard = 60%)
R H D ELTA
•
Mogelijkheid voor het activeren van een
deltasturing (on/off) (standaard = off). Deze deltasturing
zorgt voor een verhoging van de ventilatie bij een bepaalde
stijging van het vochtgehalte in een tijdsspanne (bv. 10% in
5 seconden). Omdat dit ervoor kan zorgen dat het ventilatie-
systeem teveel reageert, staat dit standaard uit.
C O 2 SETP
•
Setpoint voor de eventueel aanwezige CO
sensor in de bediening (standaard = 800 ppm)
12.a.4
CONFIG: VENT
(Elektronisch gestuurd toevoerrooster)
Geeft de verschillende configuratie parameters weer voor de
verschillende elektronisch gestuurde toevoerroosters in het
netwerk. Bv.: Node 4, Node 5,... Elektronisch gestuurde toe-
voerroosters hebben volgende instellingen:
I N LE T
•
Bepaalt het aandeel luchttoevoer van het
rooster ten opzichte van de luchtafvoer in deze zone (stan-
daard: 0 % => elk rooster heeft hetzelfde toevoer "gewicht")
A U TO M IN
•
Minimum ventilatiestand in automatische
mode (standaard = 10%)
A U TO M AX
•
Maximum ventilatiestand in automatische
mode (standaard = 100%)
2
45