11
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
214
#
Code
[9.8.7]
N.v.t.
[9.8.8]
N.v.t.
Toegelaten verwarmingen tijdens elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief
[D‑00]
Boosterverwarming Back-upverwarming
0
Gedwongen UIT
1
Toegestaan
2
Gedwongen UIT
3
Toegestaan
Smart-Grid-bedrijfsmodi
De
2
binnenkomende
4
aansluiten" [
122]) kunnen de volgende Smart Grid-standen inschakelen:
Beschrijving
Beperking: Alleen van toepassing in het geval
van een regeling via kamerthermostaat, en
indien [9.8.4]=Smart grid.
Instellen of de kamerbuffering wordt
ingeschakeld.
Kamerbuffering inschakelen:
▪
Nee: De extra energie van de zonnepanelen
wordt
enkel
warmtapwatertank (d.w.z. opwarmen van de
warmtapwatertank).
▪
Ja: De extra energie uit de zonnepanelen
wordt
opgeslagen
warmtapwatertank
ruimteverwarmings-/koelingcircuit (d.w.z. de
kamer opwarmen of koelen).
Kw-instelling beperken
Beperking: Alleen van toepassing als:
▪
[9.8.4]=Smart grid.
▪
Er is geen pulsmeter (energiemeter) voor
zonnepanelen
Elektriciteitsmeter 2 = Geen)
Normaal gesproken gebeurt het volgende als er
een pulsmeter beschikbaar is:
▪
De pulsmeter meet het vermogen dat door de
zonnepanelen wordt geproduceerd.
▪
Het apparaat beperkt het stroomverbruik
tijdens de "Aanbevolen AAN"-modus van het
Smart Grid om alleen de stroom te gebruiken
die door de zonnepanelen wordt geleverd.
Wanneer de pulsmeter echter niet beschikbaar
is, kunt u het stroomverbruik van het apparaat
nog steeds beperken met deze instelling (Kw-
instelling beperken). Dit voorkomt
overconsumptie en dus het gebruik van stroom
uit het net.
Gedwongen UIT
Toegestaan
Smart
Grid-contacten
gebufferd
in
('gebufferd')
in
en
in
beschikbaar
([9.A.2]
Compressor
Gedwongen UIT
(zie
"Een
Smart
EBLA09~16DA + EDLA09~16DA
Daikin Altherma 3 M
4P620241-1 – 2020.06
de
de
het
Grid