produceert in de oplossing dat het signaal van sommige andere sensoren beïnvloedt,
te weten: de zuurstofsensor (vloeistof), zoutgehaltesensor en de pH-sensor.
Meerdere van deze sensoren kunnen tegelijkertijd worden aangesloten op de
interface, maar er kan er maar één tegelijkertijd (betrouwbare) metingen verrichten.
Suggesties voor experimenten
Geleidbaarheid is één van de eenvoudigst meetbare milieu-parameters van water.
Ook al blijft het onduidelijk welke specifieke ionen aanwezig zijn, biedt de sensor de
mogelijkheid tot het uitvoeren van een groot aantal experimenten waarbij het
bepalen van de totale ionconcentratie of het zoutgehalte van belang is:
- Onderzoeken van het verband tussen geleidbaarheid en ionconcentratie.
- Kwalitatieve verschillen in de geleidbaarheid aantonen tussen oplossingen van
sterke en zwakke zuren, elektrolyten, niet-elektrolyten etc.
- Geleidbaarheidsverandering meten door fotosynthese van waterplanten ten
gevolge van de afname van de waterstofcarbonaatconcentratie.
- Bepalen van de totale belasting aan opgeloste zouten in oppervlaktewater.
- Volgen van de reactiesnelheid van een reactie waarbij ionen worden gevormd of
verbruikt.
- Bepalen van de diffusiesnelheid van ionen door een membraan zoals tijdens dialyse.
- Uitvoeren
van
stoichiometrische hoeveelheden van twee stoffen gereageerd hebben.
- Geleidbaarheid volgen in een aquarium dat planten en dieren bevat. De
veranderingen zijn het gevolg van fotosynthese en stofwisseling.
Voorbeelden van experimenten
Eigenschappen van oplossingen (van elektrolyten en niet-elektrolyten)
Meten van de geleidbaarheid tijdens het toevoegen van een geconcentreerde NaCl-
oplossing levert een lineair verband op tussen geleidbaarheid en ion-concentratie.
Onderzoek oplossingen van suiker, NaCl, KCl en CaCl
geleidbaarheid. Het blijkt dat de waarden van de geleidbaarheid zich nagenoeg
verhouden als het aantal ionen in oplossing per mol opgeloste stof.
Onderzoek naar de geleidbaarheid van oplossingen van sterke en zwakke zuren (allen
0,005 M) levert het volgende op: CH
Equivalentiepuntbepalen tijdens een titratie
Tijdens de titratie van 0,01 M bariumhydroxide met 0,080 M zwavelzuur treedt bij het
equivalentiepunt een minimum op in de geleidbaarheid. Er zijn dan nauwelijks ionen
in oplossing.
2+
-
Ba
(aq) + 2 OH
(aq) + 2 H
6 | Gebruikershandleiding Geleidbaarheidssensor ML57m
een
geleidbaarheidstitratie
COOH (142 µS), H
3
+
2-
(aq) + SO
(aq) → BaSO
4
om
te
bepalen
(allen 0,005 M) op de
2
PO
(1230 µS), HCl (1990 µS).
3
4
(s) + H
O(l)
4
2
wanneer