Gegevens verzamelen
Deze Geleidbaarheidssensor werkt alleen met specifieke interfaces. Bij aansluiting op
zo'n interface wordt de sensor automatisch herkend. Raadpleeg de handleidingen van
deinterface en de Coach-software voor gedetailleerde informatie over meten met
sensoren.
Om te meten:
• Laat de punt van de Geleidbaarheidselektrode ca. 10 minuten inweken in
gedestilleerd water. Als dat niet mogelijk is, spoel de punt dan grondig met
gedestilleerd water.
• Dep de buitenkant van de elektrodebehuizing droog met schoon vloeipapier. Schud
de elektrode krachtig om druppels uit de celkamer te verwijderen.
• Plaats de elektrode in het monster waarvan de geleidbaarheid bepaald moet
worden. De vloeistof moet minstens 3 cm diep zijn om te zorgen dat de celkamer
zich geheel in de vloeistof bevindt.
• Roer de oplossing zachtjes om luchtbelletjes die in de celkamer opgesloten kunnen
zitten te verwijderen. Wacht 10 seconden totdat de aflezing stabiliseert.
• Als de meting plaatsvindt in een oplossing met een temperatuur buiten het bereik
o
o
10
C tot 35
C, is meer tijd nodig voordat de aflezing gestabiliseerd is.
• Als het experiment voorbij is, maak de elektrode dan grondig schoon, om te
vermijden dat contaminatie optreedt bij het volgende gebruik van de elektrode.
Waarschuwing: Plaats de sensor nooit in visceuze, organische vloeistoffen als olie,
glycerol en ethyleenglycol. Ook aceton en apolaire oplosmiddelen als
pentaan en hexaan kunnen de sensor aantasten.
Automatische temperatuurcompensatie
Temperatuur is van grote invloed op de geleidbaarheid. De geleidbaarheidssensor is
daarom voorzien van een automatische temperatuurcompensatie die werkt tussen
5 °C en 35 °C. De meetwaarden worden gerefereerd aan geleidbaarheidswaarden bij
25 °C. Is de temperatuur van een oplossing 15 °C, dan geeft de sensor een waarde die
hoort bij 25 °C. Zodoende is het mogelijk om één ijking te gebruiken bij metingen aan
watermonsters van verschillende temperatuur. Zonder temperatuurcompensatie zou
een een verschil in geleidbaarheid optreden op basis van het temperatuurverschil bij
gelijke ionconcentratie.
Praktische informatie
• De elektrode van de Geleidbaarheidssensor moet schoon en vrij van vervuiling en
andere aanslag worden bewaard. Reinig de elektrode na gebruik met gedestilleerd
water en dep hem droog met vloeipapier.
4 | Gebruikershandleiding Geleidbaarheidssensor ML57m