• Vermijd krassen op de binnenoppervlakken van de celkamer van de elektrode. De
elektrode kan droog worden bewaard.
• Als de celkamer van de elektrode vervuild is (en ook wanneer deze gebruikt is in
oplossingen met een hoge ionenconcentratie, zet de celkamer dan ca. 15 minuten
in een milde zeepoplossing. Zet hem daarna ca. 15 minuten in een verdunde
zuuroplossing, zoals 0,1 M HCl of 0,5 M
gedestilleerd water en dep hem droog.
• De belangrijkste reden voor onnauwkeurige metingen is vervuiling afkomstig van
andere monsters. Zorg dat er geen druppletjes van het ene monster in het andere
monster terechtkomen. Maak de elektrode steeds schoon met gedestilleerd water
bij meting in verschillende monsters, en schud hem krachtig om druppeltjes te
verwijderen. Droog hem in het ideale geval met warme lucht alvorens hem in de
volgende oplossing te plaatsen.
• Zorg dat de watermonsters afgedekt zijn om verdamping te voorkomen. Het beste
is de testflesjes tot de rand te vullen om te voorkomen dat een gas zoals
koolstofdioxide oplost in het watermonster.
• Gebruik de sensor niet in een situatie die kan leiden tot beschadiging van de
grafietplaten in de celkamer. Probeer de binnenkant van de cel niet te droog te
vegen.
• De automatische temperatuurcompensatie werkt in het temperatuursbereik van
o
o
10
C tot 35
C. De sensor kan echter gebruikt worden in oplossingen met een
temperatuur tussen 0
• De elektrode meet niet alleen geleidbaarheid tussen de grafietplaten, maar ook
een veld aan de zijkant van de elektrode (zij het in mindere mate). In een nauw
reactievat, kunnen de wanden interfereren met dit veld. Indien de elektrode te
dicht bij de bovenkant van het vloeistofniveau wordt gehouden of bij andere
objecten (bijv. de bodem van het bekerglas) kan dit leiden tot onjuiste
meetwaarden.
• Er is geen exact verband tussen de geleidbaarheid in µS/cm en de totale opgeloste
hoeveelheid vaste stoffen (TDS – total dissolved solids) in ppm (parts per million).
Experimenteel is bepaald dat er wel een benadering is voor speciale typen water:
in water met een hogere gehalte keukenzout (NaCl), geldt ppm TDS = 0,5 · µS/cm.
Gebruik voor de meeste andere wateroplossingen een factor 0,67.
De Geleidbaarheidssensor gebruiken met andere ML-sensoren
Het is erg belangrijk om te weten dat de Geleidbaarheidssensor de meetwaarden van
een aantal andere sensoren beïnvloedt, indien deze geplaatst is in dezelfde oplossing
(bijvoorbeeld in hetzelfde aquarium of bekerglas) en verbonden is met dezelfde
interface (bijv. dezelfde MoLab). Dit komt omdat de geleidbaarheidssensor een signaal
o
o
C en 80
C.
Gebruikershandleiding Geleidbaarheidssensor ML57m | 5
azijnzuur. Spoel hem daarna grondig met