GEBRUIKERSHANDLEIDING
4.
De scanner gebruikt de streepjescode om de uitvoeringsset te zoeken die met het patroon verwant is en bepaalt of het patroon al klaar is
om te worden gescand. Zodra de zes posities zijn gecontroleerd, verschijnt het scherm 'Counting Cartridges' (Patronen tellen). Elke sleuf
heeft vijf mogelijke statussen:
• Lege locatie (geen afbeelding) – Deze sleuf is leeg en kan met een nieuwe patroon worden geladen.
• Wit patroon – Deze sleuf bevat een patroon dat is geregistreerd maar dat nog niet is gescand. DIT PATROON NIET VERWIJDEREN.
• Gedeeltelijk blauw patroon – Deze sleuf bevat een patroon dat niet geheel is gescand. DIT PATROON NIET VERWIJDEREN.
• Geheel blauw patroon – Scannen van dat patroon is voltooid.
• Pictogram en tekst over een patroon – Tijdens het scannen van het patroon is mogelijk een probleem opgetreden. Raak het
pictogram of het patroon aan om meer informatie te krijgen.
In het getoonde voorbeeld in
erop om te worden gescand.
AFBEELDING 6.6:
OPMERKING:
het scherm 'Counting Cartridges' (Patronen tellen) voor dat patroon 'ABORTED' (AFGEBROKEN) weer. Om een patroon opnieuw
te scannen, drukt u op het pictogram van dat patroon. Er verschijnt een scherm met de optie voor opnieuw scannen. Als dit
wordt uitgevoerd terwijl een patroon wordt gescand, moet erop worden gelet dat de patroonstatus in behandeling blijft totdat alle
andere patronen zijn gescand of totdat het scannen wordt gepauzeerd of voortgezet.
|
88
2017-07 MAN-10011-06
AFBEELDING
6.6, wordt het patroon in sleuf 1 gescand en de patronen in sleuven 2, 3, 4, 5, en 6 wachten
Het scherm 'Patronen tellen' met de huidige patroon aangegeven
Eerder onderbroken patronen kunnen opnieuw worden gescand. Tijdens het plaatsen in de Digital Analyzer geeft
nCounter
®
Dx-analysesysteem