User Manual of Network Video Recorder
Figure 9. 11 Regels voor detectie van audio-uitzonderingen instellen
1)
Schakel het selectievakje Uitzondering voor audio-input in om de functie voor detectie van
audioverlies in te schakelen.
2)
Schakel het selectievakje Detectie van sterke toename van geluidsintensiteit in om sterke toename in
geluidsniveau voor de surveillancescè ne te detecteren. U kunt de detectiegevoeligheid en
drempelwaarde voor sterke toename van het geluidsniveau instellen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename moet zijn om de detectie
te triggeren.
Drempel geluidsintensiteit: Bereik [1-100]. Hiermee wordt omgevingsgeluid gefilterd. Hoe meer
omgevingsgeluid er is, hoe hoger u de waarde moet instellen. U kunt de waarde aanpassen aan de
werkelijke situatie.
3)
Schakel het selectievakje Detectie van sterke afname van geluidsintensiteit in om sterke afname in
geluidsniveau voor de surveillancescè ne te detecteren. U kunt de detectiegevoeligheid [1-100] voor
sterke afname van het geluidsniveau instellen.
6.
Klik op Toepassen om de instellingen te activeren.
9.15 Detectie van plotselinge verandering in
scè ne
Doel:
Met de functie voor detectie van veranderingen in de scè ne worden veranderingen in de surveillanceomgeving als
gevolg van externe factoren gedetecteerd, zoals het opzettelijk omdraaien van de camera. Er kunnen verschillende
acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.2 Gezichtsdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
scè neveranderingen.
De gevoeligheid in Regelinstellingen heeft een bereik van 1-100. Hoe hoger de waarde is, hoe sneller een
verandering in de scè ne het alarm kan triggeren.
156