User Manual of Network Video Recorder
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de netwerkcamera voor gedetailleerde instructies voor voertuigdetectie.
9.4 Detectie van lijnoverschrijding
Doel:
Deze functie kan worden gebruikt om personen, voertuigen en objecten te detecteren die een ingestelde virtuele
lijn overschrijden. De richting voor lijnoverschrijding kan in twee richtingen, van links naar rechts en van rechts
naar links worden ingesteld. Verder kunt u de duur van de alarmreacties instellen, zoals monitoring op volledig
scherm, een audiowaarschuwing, enzovoort.
Stappen:
1.
Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2.
Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3.
Stel het VCA-detectietype in op Detectie van lijnoverschrijding.
4.
Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie in te schakelen.
5.
Klik op
om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor het
alarm voor detectie van lijnoverschrijding.
6.
Klik op de knop Regelinstellingen om de regels voor detectie van lijnoverschrijding in te stellen.
1)
Selecteer de richting: A<->B, A->B of A<-B.
A<->B: Alleen de pijl aan de B-kant wordt weergegeven. Wanneer een object de geconfigureerde lijn
overschrijdt in een van de twee richtingen, wordt dit gedetecteerd en worden alarmen getriggerd.
A->B: Alleen objecten die de geconfigureerde lijn vanaf de A-kant overschrijden richting de B-kant,
worden gedetecteerd.
B->A: Alleen objecten die de geconfigureerde lijn vanaf de B-kant overschrijden richting de A-kant,
worden gedetecteerd.
2)
Klik op de schuifregelaar en versleep deze om de detectiegevoeligheid in te stellen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het detectiealarm wordt
getriggerd.
3)
Klik op OK om de regelinstellingen op te slaan en terug te gaan naar de interface voor
detectie-instellingen voor lijnoverschrijding.
148