Inhoudsopgave
Advertenties
MOTOR STARTEN (Afb. 1-6)
1. Om de brandstofkraan (5) te openen duwt u
naar rechts.
2. Wanneer de motor afgekoeld is draait u de
chokehendel (5) naar links
(CLOSE/GESCHLOSSEN). Wanneer de
motor nog warm is, draai dan de
chokehendel (4) naar rechts
(OPEN/OPENED)
3. Druk de gashendel (8) vanuit de stationaire
positie naar de (SLOW/LANGSAM)-positie
iets naar links.
4. Zet de motorschakelaar (1) op (ON/EIN)
5. Trek voorzichtig aan de omkeerstarter (2)
totdat u weerstand voelt.
6. Trek vervolgens voorzichtig en stel het touw
uit en laat het langzaam terugdringen.
Herhaal dit totdat de motor start.
7. Als de chokehendel (4) ingesteld is op
(CLOSE/GESCHLOSSEN) dient u deze
geleidelijk te resetten.
8. Voor volledig gebruik dient u de gashendel
langzaam volledig te openen.
Afb. 1
Afb. 3
Afb. 5
Afb. 2
. 4
Afb
Afb. 6
MOTOR STOPPEN (Plt. 1-3)
1. Duw de gashendel (8) in ruststand naar
(SLOW/LAGSAM)
2. Zet de motorschakelaar (1) op
(OFF/AUS).
3. Schuif vervolgens de brandstofkraan (5)
naar links op (OFF/AUS)
4. Koppel de bougiestekker (9) los voor
bescherming tegen onrechtmatig
gebruik
Plt. 1
Plt. 3
LET OP!
Een plotselinge stop van de motor bij volgas
kann leiden tot motorschade.
DE MOTOR STOPPEN BIJ EEN NOODGEVAL
Om de motor in noodgevallen te stoppen, drukt u op
de NOT-AUS-knop (10) op de invoertrechter.
LET OP!
Door het vliegwiel loopt de
messentrommel korte tijd door!
Aarzel in onvoorziene situaties nooit om de NOT-
AUS-knop te gebruiken
18
Plt. 2
Advertenties
Inhoudsopgave
