1. Eerste keer opstoken
2. Tweede keer opstoken
Beweeg de regelstang (afbeelding E, 1) naar de bovenste positie. Leg twee stukken hout (met een diam-
eter van 5-8 cm) horizontaal op de bodem van de verbrandingskamer. (1-2 kg). Leg daar kriskras 5-8
aanmaakhoutjes bovenop. Leg 2 aanmaakblokken tussen de bovenste laag aanmaakhoutjes. Steek de
aanmaakblokken aan en sluit de deur. Als u problemen heeft met condens op het glas, kunt u de deur
evt. een poosje op een kier zetten alvorens deze te sluiten.
Zodra u geen gele vlammen meer kunt zien en er een goede laag gloeiende kool is kunt u opnieuw
hout toevoegen. De aslaag is goed wanneer de houtblokken uit elkaar vallen en de bodem bedekt is met
gloeiende as. Plaats minstens twee stukken hout van maximaal 1 kg per stuk in de kachel. Wanneer al het
hout in brand staat beweegt u de regelstang (1) naar de middelste positie. Laat het vuur opbranden en
laat de kachel tot kamertemperatuur afkoelen alvorens u deze weer opstookt.
3. Derde keer opstoken
Herhaal de procedure voor de tweede keer opstoken. Laat het vuur opbranden en laat de kachel tot
kamertemperatuur afkoelen nadat het vuur is gedoofd.
De daaropvolgende stookbeurt
Volg de algemene handleiding, zie de paragrafen "Aanmaken" en "Opstoken".
De kachel aanmaken (Tekening E)
Voor een goede verbranding is het heel belangrijk dat de kachel op de juiste manier wordt aangemaakt.
Een koude houtkachel en een koude schoorsteen bemoeilijken de verbranding. Zorg ervoor dat u de
kachel goed aansteekt met voldoende droog hout door aanmaakhout aan te steken aan de bovenkant.
Het is belangrijk om zo snel mogelijk een hoge rookgastemperatuur te bereiken.
goed brandt beweegt u de regelstang (1) naar de middelste positie.
Als het vuur dooft tijdens het regelen, zet deze dan weer op de maximumpositie tot de vlammen weer
oplaaien. Beweeg de regelstang dan weer naar de middelste positie. Laat het aanmaakhout volledig
opbranden tot er geen zichtbare vlammen meer zijn. Hierna kan de kachel weer worden opgestookt.
Belangrijk! De asla mag tijdens het ontsteken niet worden geopend en moet altijd gesloten blijven
wanneer de kachel aan is, anders werkt de HWAM
aanmaken, bijvullen en schoonmaken van de kachel. Laat een kachel nooit alleen voordat er na het aan-
steken blijvende vlammen in het hout zitten.
Opstoken (tekening E)
Zodra u geen gele vlammen meer kunt zien en er een goede laag gloeiende kool is kunt u opnieuw
hout toevoegen. De aslaag is goed wanneer de houtblokken uit elkaar vallen en de bodem bedekt is met
gloeiende as. Plaats minstens twee stukken hout van maximaal 1 kg per stuk in de kachel. U hoeft de
regelaar niet meer te gebruiken aangezien deze door het HWAM
Beweeg de regelstang (afbeelding E, 1) naar de bovenste positie. Leg twee stukken
hout (met een diameter van 5-8 cm) horizontaal op de bodem van de verbranding-
skamer. (1-2 kg). Leg daar kriskras 5-8 aanmaakhoutjes bovenop. Leg 2 aanmaakblok-
ken tussen de bovenste laag aanmaakhoutjes. Steek de aanmaakblokken aan en
sluit de deur. Als u problemen heeft met condens op het glas, kunt u de deur evt.
een poosje op een kier zetten alvorens deze te sluiten. Open de deur wanneer het
vuur is gedoofd en laat deze open terwijl de kachel tot kamertemperatuur afkoelt.
Beweeg de regelstang (tekening E, 1) naar de bovenste positie. Leg twee stukken hout
(met een diameter van 5-8 cm) horizontaal op de bodem van de verbrandingskamer.
(1-2 kg). Leg daar kriskras 5-8 aanmaakhoutjes bovenop. Leg 2 aanmaakblokken
tussen de bovenste laag aanmaakhoutjes. Steek de aanmaakblokken aan en sluit
de deur. Als u problemen heeft met condens op het glas, kunt u de deur evt. een
poosje op een kier zetten alvorens deze te sluiten. Wanneer het aanmaakhout
Autopilot™ niet. Open de deur alleen bij het
®
Autopilot™ wordt bediend, maar de
®
14