2 Druk op de pijltoets (B/b/V/v)
om het gewenste beeld te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen
van het beeldformaat en de
beeldpositie wordt weergegeven.
Hulpmiddelen voor aanpassen
3 Druk op de pijltoets (B/b/V/v)
om het gewenste hulpmiddel
voor aanpassen te selecteren en
druk op ENTER.
Item
Functies
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld groter.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld kleiner.
Verplaats het beeld met de
pijltoets (B/b/V/v) en druk
op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld 90° rechtsom
gedraaid.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld 90° linksom
gedraaid.
NL
54
4 Druk op de pijltoets (B/b/V/v)
om "Execute" te selecteren en
druk op ENTER.
Het beeld wordt geselecteerd en
weergegeven in het betreffende
gebied.
6
Voer een bericht in.
1 Druk op de pijltoets (B/b/V/v)
om het berichtgebied te
selecteren en druk op ENTER.
Het selectievenster voor
berichten wordt weergegeven.
2 Druk op de pijltoets (B/b/V/v)
om het gewenste bericht te
selecteren en druk op ENTER.
Het selectievenster voor de
kleuren van het bericht wordt
weergegeven.