Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• U moet op het netsnoer geen zware
voorwerpen plaatsen of laten vallen,
of het netsnoer op enige andere
manier beschadigen. Gebruik deze
printer niet als het netsnoer
beschadigd is.
• Als een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, moet u de
printer loskoppelen en laten nakijken
door bevoegde servicetechnici voordat
u het apparaat verder gebruikt.
• Demonteer de printer niet.
• Als u het netsnoer wilt loskoppelen,
moet u aan de stekker trekken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• Als u de printer gedurende een lange
periode niet gebruikt, trekt u het
netsnoer uit het stopcontact.
• Ga voorzichtig met de printer om.
• Trek de stekker van de printer uit het
stopcontact voordat u de printer gaat
reinigen of onderhoud aan de printer
gaat plegen. Doet u dit niet, dan kan
dit elektrische schokken tot gevolg
hebben.
Installatie
• Plaats de printer niet op een plaats
waar deze wordt blootgesteld aan de
volgende omstandigheden:
– trillingen
– hoge vochtigheid
– overmatige hoeveelheden stof
– direct zonlicht
– extreem hoge of lage
temperaturen
NL
126
• Gebruik geen elektrische apparaten in
de buurt van de printer. De printer
functioneert niet goed in
elektromagnetische velden.
• Plaats geen zware voorwerpen op
printer.
• Laat voldoende ruimte vrij rondom de
printer zodat de ventilatieopeningen
niet worden afgedekt. Als deze
openingen worden afgedekt, kan dit
oververhitting van het apparaat
veroorzaken.
Condensvorming
Als u de printer verplaatst van een
koude naar een warme omgeving of de
printer in een extreem warme of koude
ruimte plaatst, kan er vocht condenseren
in het apparaat. In dergelijke gevallen
functioneert de printer waarschijnlijk
niet goed en kunnen er zelfs fouten
optreden als u de printer blijft
gebruiken. Als er vocht in de printer is
gecondenseerd, koppelt u het netsnoer
los van de printer en gebruikt u de
printer minstens een uur niet.
Vervoeren
Als u de printer vervoert, verwijdert u
de printcartridge, de papierlade en de
geheugenkaart en plaatst u de printer en
de randapparatuur in de originele doos
met de beschermende verpakking.
Als u de originele doos en de andere
onderdelen niet meer hebt, gebruikt u
ander verpakkingsmateriaal zodat de
printer niet wordt beschadigd tijdens het
vervoer.