Advertenties
BEDIENINGSINSTRUCTIES (Vervolg)
DE BOVENKANT SLIJPEN
Plaats het slijpelement in de stand voor het slijpen van de
bovenkant (zie Afb. 29)
Om na het slijpen van de voorkant de bovenkant te
slijpen, trekt u het slijpelement er twee volledige slagen
uit. Als u de hoek voor het slijpen van de bovenkant
nog niet hebt ingesteld, doe dat dan nu. Roteer het
bewerkingssamenstel naar de bovenste stand (naar
omhoog).
OMDAT ELEKTROMAGNETISCHE ENERGIE HET
ONDERMES IN DEZE VERTICALE STAND HOUDT.
LAAT HET ONDERMES NIET LANGDURIG IN
DEZE STAND. BIJ EEN STROOMONDERBREKING
WORDT HET ONDERMES ONGEVEER 5 MINUTEN
DOOR DE NOODSTROOMVOORZIENING OP
ZIJN PLEK GEHOUDEN. DAARNA VALT HET
ONDERMES ERAF.
Controleer de vrije ruimtes en stel de traverse
beperkingen in
Plaats het slijpelement zo dat de slijpschijf net de
bovenkant van het ondermes raakt. Controleer of de rand
van de slijpschijf 50 mm (1/2") boven de bovenkant van
de slijpschijf uitsteekt. Als u voordien de voorkant hebt
geslepen, staat de slijpschijf meestal in de correcte stand.
Zo niet, past u het slijpelement aan met de verticale nok en
de vergrendelingshendel. Zie Afb. 30. Als de vorm van het
ondermes de schijfbeveiliging of de slijpschijf belemmert,
stel deze dan in volgens de instructie op pagina 20.
ALS DE RAND VAN DE SLIJPSCHIJF NIET
OVER HET OPPERVLAK VAN HET ONDERMES
UITSTEEKT, ZAL HET ONREGELMATIG SLIJTEN
EN GLEUVEN IN HET OPPERVLAK VAN HET
ONDERMES VEROORZAKEN.
OPMERKING: het oppervlak van de slijpschijf dat met het
ondermes in contact komt, bevindt zich aan de linkerkant
van de slijpschijf. Bij het slijpen van de linkerkant van het
ondermes zal het oppervlak dat niet met het ondermes
in contact komt, zich nog over het ondermes bevinden.
Zie AFB. 31. Wanneer u naar de rechterkant van de
slijpmachine gaat, traverseert de slijpschijf helemaal van
het ondermes.
Controleer op belemmeringen:
1. Trek het slijpelement zo naar achteren zo dat de
slijpschijf de bovenkant van het ondermes niet meer
raakt.
2. Als u net de voorkant hebt geslepen, dan zou de
slag nog steeds correct ingesteld moeten zijn,
maar controleer toch of er geen belemmeringen
zijn, zoals hieronder beschreven. Als u de voorkant
niet hebt geslepen, volg dan de volledige,
onderstaande procedure. Schuif de linkse en rechtse
benaderingsschakelaars naar de verste uiteinden van
de gleuf.
3. Stel de TRAVERSE-knop in op 4-5 FT./MIN. Zet
de SLEDETRAVERSE-schakelaar AAN. Traverseer
de slede naar links totdat het contactvlak van de
slijpschijf ongeveer 0,3 cm voorbij het te slijpen vlak
- VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES -
op het ondermes ligt en zet vervolgens de traverse
potentiometer op nul. Wees klaar om de traverse
voortijdig te STOPPEN als er zich een belemmering
tussen de slijpschijf en de ondermesbalk bevindt.
4. Schuif, met de slede nog steeds in de in stap
3 beschreven stand, de linkse benaderingsschakelaar
naar binnen totdat het ledlampje begint te branden.
DE ELEKTROMAGNETEN MOGEN ALLEEN
INGESCHAKELD ZIJN WANNEER EEN
ONDERMES WORDT GESLEPEN. LAAT DE
ELEKTROMAGNETEN NOOIT LANGER DAN
EEN UUR INGESCHAKELD, ANDERS KUNNEN
ZE BESCHADIGD RAKEN.
23
AANSLAGBOUT
BOVENKANT
AFB. 29
AFB. 30
AFB. 31
Advertenties
