Installatiehandleiding
Dampafzuiger DI-SM12
Kookeilandkap
Gebruikswijze: afzuiging
Montage
1. Bevestig papiersjabloon C aan het plafond. Boor 6 gaten (ø 10 mm) en doe de
pluggen er in.
2. Bevestig de luchtafvoerslang D aan luchtafvoer (min. ø 150 mm) in het plafond.
3. Stel de dragersupports T1, T2 in op de juiste lengte (rasterafstand: 10 mm) en draai
die met 8 schroeven S1 (ø 4 × 8 mm) vast.
4. Bevestig de dragersupports met 6 schroeven S2 (ø 6 × 70 mm) aan het plafond.
5. Voorzie de bovenste beplatingen V1, V2 met kooimoeren M. Schroef beide delen
met veer F en schroef S3 (M4 × 7 mm) aan elkaar. Schuif het geheel op de
dragersupports.
6. Schroef 4 schroeven S4 (ø 4 × 8 mm) onder in de draagsupport T2. Hang kap H in de
sleutelgaten.
7. Demonteer de vetfilters.
8. Schroef de schroeven S4 vast en borg de kap extra met 4 schroeven S5 (ø 4 × 8 mm)
van onderen en 2 schroeven S6 (ø 4 × 8 mm) van boven.
9. Sluit de steekverbinding G aan.
10. Voer de elektrische aansluiting uit (zie «Elektrische aansluitingen»).
11. Bevestig de metalen ring R op de afvoerluchtaansluiting en monteer de luchtafvoerslang D. Zorg dat die knikvrij en goed
gestrekt is.
12. Bevestig de bovenste beplatingen V1, V2 met 2 schroeven S7 (ø 3 × 9 mm).
13. Voorzie de onderste beplating V4 van kooimoeren M en zet die van achteren op de dragersupport T2. Zet de onderste
beplating V3 er voor op en schroef beide delen met veer F en schroef S3 (M4 × 7 mm) aan elkaar.
14. Plaats de onderste deklatten U2. Snij de bovenste deklatten U1 op de juiste lengte en breng ze aan.
15. Zet de vetfilters er in.
3.
T1
T2
S1
M
V1, V3
6./8.
H
S5
5./13.
T2
V2, V4
F
S3
9.
S4
G
3
J017.117-0
11.2.09 ITH
C
V1
D
V3
T2
H
12.
T1
V2
S7
V1
F
U1
S3
U2
S2
V2
T1
U1
R
V4
U2
S6
14.
U1