Ingebruikname/testrun
6. Ingebruikneming
1. Algemeen
2. Veiligheidscontrole
3. Storingen bij de ingebruikname
4. Eerste ingebruikname
5. Testrun uitvoeren
6. Beëindigen van de ingebruikname
nl
210
1. Algemeen
De hier beschreven instructies moeten als
minimumeisen worden beschouwd. Afhankelijk van
210
de bedrijfsomstandigheden kunnen verdere instructies
noodzakelijk zijn om de arbeidskwaliteit van de machine te
210
behouden.
211
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op bijzondere
211
vakgebieden (pneumatiek etc.) mogen alleen vakmensen
worden ingezet die op dat vakgebied werden opgeleid.
211
Houd a.u.b. rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften!
211
WAARSCHUWING
Er bestaat beknellingsgevaar door bewegende onderdelen,
wanneer de machine niet buiten bedrijf werd gesteld.
De machine moet voor onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden drukloos en spanningsvrij
worden gemaakt!
OPMERKING
Onjuist onderhoud leidt tot beschadiging van de machine!
Bij de machine kan door een verkeerd uitgevoerde
demontage en montage materiële schade of vervolgschade
ontstaan.
Daarom geldt principieel bij alle uitbouw- en
demontagewerkzaamheden:
• de saamhorigheid van onderdelen aangeven
• de inbouwpositie en -plaats aangeven en noteren
• componenten gescheiden demonteren en bewaren
Na reparatiewerkzaamheden geldt in principe:
• controleren dat alle schroefverbindingen goed vastzitten.
Alle afdekkingen sluiten en vastschroeven
Let, net zoals bij de ingebruikneming, op ongewone geluiden
en opwarming!
2. Veiligheidscontrole
De machine mag alleen door geschoold en gekwalificeerd
personeel in gebruik worden genomen.
Controleer dat:
• installatie-, aanpassings- en onderhoudswerkzaamheden
compleet zijn afgesloten en er geen mensen in de
gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs
hieraan werken
• alle veiligheidsvoorzieningen/afdekkingen gemonteerd
zijn
• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
• de bedieningselementen vrij toegankelijk zijn