Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Diagnose En Communicatieprobleemoplossing; Hardwareproblemen; Problemen Met Het Gebruik Van De Webinterface; Ethernet/Ip-Aansluiting - Carrier 19 Series Gebruikershandleiding

Regeling voor centrifugaal koelmachine
Inhoudsopgave

Advertenties

8 - DIAGNOSE EN COMMUNICATIEPROBLEEMOPLOSSING

8.1 - Hardwareproblemen

Symptomen
De unit reageert niet op de instructies die
worden verstuurd vanaf de toezicht-pc op
de CCN-bus.
Communicatieprobleem bij de verbinding
van twee bussen (primaire bus en de
secondaire bus).

8.2 - Problemen met het gebruik van de webinterface

Het intranetsite-adres van de unit is het IP-adres.
OPMERKING: DE UNIT KAN NIET AUTOMATISCH DE NETWERKPARAMETERS KRIJGEN VIA EEN
DHCP-SERVER.
Symptomen
Laden van de opstartpagina, dan
defect.
Zodra het Java-platform toegang
krijgt tot de unit via de webbrowser,
gaat het van start, maar het blijft
geblokkeerd. Er is geen bestand
geladen.
De toepassing is gelanceerd, maar
de schermen worden niet getoond in
de webbrowser.

8.3 - Ethernet/IP-aansluiting

8.3.1 - De unit heeft een punt-naar-punt verbinding met
een pc
Wees er zeker van dat de regelaar vermogen krijgt voor de
configuratie.
Controleer indien nodig de ethernetverbinding, en de configuratie
pc en netwerkkaart (zie ook 8.3.3).
50
Mogelijke oorzaken
Probleem met het RS485 omvormerniveau
van de pc of verbindingsprobleem met de
primaire CCN-bus.
Elektrisch probleem tussen 0 V CCN van de
primaire bus en 0 V CCN van de secundaire
bus.
Mogelijke oorzaken
Gegevens van
netwerkeigenschappen zijn niet
geldig, het ethernet-netwerk is niet
beschikbaar.
Er is een proxyserverprobleem in het
lokale netwerk.
Een proxyserver wordt gebruikt om
toegang te krijgen tot de unit en dit
voorziet de browser van de oude
schermen. Onjuiste configuratie van
de Java-toepassing.
Uit te voeren controles
Controleer de CCN-kabelaansluitingen. Het
CCN-adres van de unit is 0.1 en de
communicatiesnelheid is standaard 9600 baud.
Controleer of het metalen deel van de interface-
kast geaard is.
Uit te voeren controles
Controleer de netwerkparameters.
Controleer of het oranje led-lampje
op de unit flikkert.
Neem contact op met uw
netwerkbeheerder.
Controleer of de webbrowser niet via
een proxyserver toegang krijgt tot de
unit. Controleer of de Java-
toepassing de internetbestanden niet
opslaat op de pc.
Klik op de toets "eigenschappen" van het internetprotocol.
Als er geen IP-adres is geconfigureerd in de tabbladen
"algemeen" en "alternatieve configuratie" , dan moet het
IP-adres van de unit worden geconfigureerd naar 169.254.
xxx.xxx. Pas het IP-adres van de unit aan en start het
systeem opnieuw op.
Als de pc een vast IP-adres heeft dat is geconfigureerd
in een van de twee tabbladen "algemeen" en "alternatieve
configuratie" , dan moeten het IP-adres van de pc en het
IP-adres van de unit gemeenschappelijke systeem- en
subsysteemvelden hebben.
Het laatst deel van het IP-adres is het hostgetal en moet uniek zijn
in het subsysteem.
Bij voorbeeld: het adres van de unit: 172.30.101.11 en het adres van
de pc: 172.30.101.182.
In dit voorbeeld correspondeert 172.30 met het netwerk, en 101
correspondeert met het subsysteem. Voer de noodzakelijke
aanpassingen uit en probeer opnieuw toegang te krijgen tot de unit.
Als er een probleem is, open dan een opdrachtvenster in Windows
(Start, Uitvoeren, typ "cmd"<Enter) en typ dan het commando:
"ping" , gevolgd door het IP-adres van de unit.
Oplossingen
Verwissel RS485-connector.
Het metalen deel van de
interface-kast moet geaard
zijn.
Oplossingen
Neem contact op met uw netwerkbeheerder. Controleer de
ethernetverbinding met het lokale netwerk als het oranje
led-lampje niet flikkert.
In overeenstemming met uw netwerkbeheerder opent u het
runtime Java-bedieningspaneel en selecteert u "directe
verbinding" in de systeemparameters en/of verzoek in de
webbrowser (Gereedschappen -> Opties -> Verbinding ->
Systeemparameters) dat er geen proxyserver is gebruikt om
naar de lokale adressen te gaan. Indien mogelijk, schakel
"gebruik van een automatisch configuratiescript" uit. Herstart
de webbrowser.
Open de browser en voeg in de parameters van de
systeemverbinding het IP-adres van de unit toe aan de
proxy-uitzonderingen. (Gereedschappen -> Opties ->
Verbinding -> Systeemparameters -> "Geen proxy voor"). Zie
hoofdstuk 8.3.4.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pic 5+

Inhoudsopgave